Frits Campagne clinches 2013 Dutch historic championship at Dijon

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

During a rainy weekend at the Dijon-Prenois track in France, Frits Campagne secured this year’s title in the Delta Lloyd Xclusief Dutch national championship. The number of title contenders diminished from three to two when points leader Theo van Gammeren scratched his entry. This left Campagne in his 1964 Ford Falcon Sprint with the best chance, while Shirley van der Lof, driving a Porsche 911, had to secure two maximum scores in order to stand any chance at all. Van der Lof showed her motivation by registering some impressive laptimes in the treacherous practice sessions, helped by the Porsche’s good traction. Campagne took things relatively easy in the big American V8, languishing in midfield.
At the start of the first race it was Alexander van der Lof, Shirley’s father, who catapulted his Bizzarini 5300 into the lead from sixth on the grid, ahead of his daughter. Next up were Roman Caresani (Porsche 904/6) and Michiel van Duijvendijk (Porsche 911). After three laps Caresani took the lead in the nimble 904/6, closely followed by Shirley van der Lof, who was protected from any attacks by her father. Apart from one hairy moment when she slid wide in the “Bretelle”, she drove a faultless race to take a maximum class score. Initially it was van Duijvendijk who held fourth, but later in the race he had to give best to the Chevy V8’s of Rob Bergmans and Michiel Campagne. The touring car classes were led by Roger Ebdon in his giant killing Mini Cooper S, who was chased by Martin Bijleveld in the Ford Falcon. The Mini was right at home on the wet track, whereas Bijleveld needed all his skills and the full width of the track to keep up. He did manage to pass Ebdon once, but it was short lived, as moments later he spun and lost a number of places. Ebdon thus took the spoils, just ahead of Rob Rappange in another Cooper S. Third saloon car home and first in class thanks to Bijleveld’s spin was Frits Campagne who drove a conservative race with the championship in mind.
The second race took place on a near enough dry track. This enabled Alexander van der Lof and Michiel Campagne to take full advantage of their powerful engines and take the fight to Caresani. These three had a magnificent scrap for the first half of the race. Eventually, Caresani had to let go and Campagne managed to eke out a small lead over Van der Lof. The touring car class was won by Jaap van der Ende in Bijleveld’s Ford Falcon, ahead of Frits Campagne who was duly confirmed as the new champion. Leo Landman was third saloon car home in his Lotus Cortina. Shirley van der Lof again won the GTS11 class, but is wasn’t enough, she had to be content with second in the overall standings.

Frits Campagne kampioen 2013
Tijdens een vochtig raceweekeinde op het circuit van Dijon-Prenois in Frankrijk behaalde Frits Campagne de titel in het Delta Lloyd Xclusief NK HTGT 2013. Op het beroemde Grand Prix circuit, waar Gilles Villeneuve met de Ferrari en René Arnoux met de Renault in 1979 een legendarische titanenstrijd uitvochten, vonden waarschijnlijk voor de laatste keer de Trophees Historiques de Bourgogne plaats. Het NK HTGT was met een vol startveld weer een graag geziene gast.
Voorafgaand aan het weekeinde was Theo van Gammeren met de Porsche 911 de leider in de tussenstand. Hij had een enkel puntje voorsprong op Frits Campagne met de Ford Falcon Sprint. Shirley van der Lof bezette de derde plaats, op 5,6 punten achter Campagne. Van Gammeren gaf echter de voorkeur aan een vakantie in Italië. Gezien het slechte weer dat de Côte d’Or het gehele weekeinde teisterde had hij geen ongelijk, maar voor de spanning op de baan was het natuurlijk wel jammer dat hij ontbrak. Wie ook ontbrak was Sjoerd Peerebom: hij arriveerde per vliegtuig maar voelde zich dermate beroerd dat hij Dijon direct per TGV weer verliet. Jasper Izaks nam het stuur van de MGB voor de eerste race over. Meestal heeft het NK tijdens dit weekend wel een aantal (Franse) gastrijders, maar deze keer was de enige bezoeker Victor Fischer uit Bern, in zijn ex-Uiterwaal Lotus Cortina.
De strategie was duidelijk: Shirley van der Lof moest met haar Porsche 911 twee klasse-overwinningen pakken om nog een kans te hebben, Frits Campagne moest op aankomen rijden en juist geen risico’s nemen. Shirley toonde zich zeer gemotiveerd om de kleine kans die ze nog had op de titel maximaal te benutten. In de oefenritten op de verraderlijk natte baan zette ze snelle tijden op de klok, geholpen door de goede tractie van haar Porsche. Campagne deed het in zijn zware Amerikaan rustiger aan.
Na afloop van de kwalificatie bleek alleen Roman Caresani in de Porsche 904/6 sneller te zijn geweest dan Shirley van de Lof. De derde startplaats was voor Rob Bergmans in de Iso Rivolta, gevolgd door Michiel van Duijvendijk in alweer een Porsche 911. De top-6 werd volgemaakt door Michiel Campagne in de Corvette Grand Sport en Alexander van der Lof in de Bizzarini 5300. Nat of niet, Dijon heeft een lang recht stuk en Martin Bijleveld was de snelste toerwagen op plaats zeven. Daarachter volgde echter een rijtje Mini’s onder aanvoering van regenspecialist René de Vries, voor het duo Roger Ebdon / Tim Watson en Rob Rappange.

Race 1: Caresani domineert
Bij de voorstart valt een eerste slachtoffer: Leo Landman kan zijn snelste trainingsplaats in CT08 niet verzilveren omdat de koppeling dienst weigert. De rest van het veld begint aan ene glibberige verkenningsronde en stelt zich op. Bert Mets (Mini Cooper S) blijft staan als het rode licht uitspringt, Wolfgang Schachinger (Ford Mustang) maakt daarentegen een grote sprong naar voren door vanaf de laatste startplaats buiten de baan een hele rits auto’s in te halen.
Na het startsein is het voor het publiek achterop de paddock een kwestie van wachten wie er uit de wolk van spray bovenop de heuvel tevoorschijn zal komen. Verrassenderwijs is het Alexander van der Lof, de vader van Shirley, die vanaf de zesde startplaats is de leiding heeft genomen, voor zijn dochter. Daarachter volgen Roman Caresani en Michiel van Duijvendijk. Bij de toerwagens is het Ebdon die de leiding heeft genomen voor Bijleveld en Frits Campagne. Op de tiende plaats ligt Onno Vlaanderen, want ook de Apal heeft goede tractie op de natte baan. Helaas vinden de Franse schoolmeesters dat hij buiten de lijntjes kleurt, en krijgt hij even later een drive through penalty wegens het met vier wielen overschrijden van de witte lijnen die de baan markeren. Daarachter strijdt een groep kleintjes om de laatste plek in de top-10. Rappange leidt de dans, vóór De Vries en een kluwen bestaande uit Ron Verzijlbergen (Fiat Abarth), Frank Romo (Morris Cooper S) en Klaas Span (Morris Cooper S).
Na drie ronden is het Caresani die de leiding overneemt in de lichtvoetige 904/6. Hij wordt gevolgd door Shirley van der Lof, die nu door haar vader tegen aanvallen van achteren beschermd wordt.
Bij het ingaan van de vierde ronde heeft Caresani een kleine voorsprong opgebouwd. Rob Bergmans en Michiel Campagne hebben nog steeds zichtbaar moeite om bun auto’s in het rechte spoor te houden. Frits Campagne is zelfs gespind en een stuk teruggevallen, terwijl Romo intussen Verzijlbergen te pakken neemt en Span daar weer bovenop zit. Verderop is het Schachinger die een Lotus-treintje bestaande uit Bert du Toy van Hees (Elite), Victor Fischer (Cortina) en Jos Stevens (Elan) ophoudt.
Ronde zes en de baan lijkt iets droger te worden. Van Duijvendijk’s vierde plaats wordt nu bedreigd door de krachtige Chevy V8’s van Michiel Campagne en Rob Bergmans. Bijleveld dringt aan bij Ebdon en een vergelijkbare Falcon-Mini strijd is gaande tussen Frits Campagne en René de Vries. Verzijlbergen voert het strijdende groepje kleine toerwagens aan, met Jasper Izaks in de MGB als vreemde eend in de bijt, voor de Mini’s van Span, Romo en Mets. Du Toy van Hees en Fischer zijn Schachinger’s dweilende Mustang voorbij, Stevens en Michel Lombard (Alpine A110) zitten in de wachtkamer.
Ronde zeven en de dapperen beginnen langzaam uit te vinden waar er grip is en waar niet. Shirley van der Lof gaat even wijd in de “Bretelle”, haar enige spannende moment in een verder foutloze race. Ook Frans van Maarschalkerwaart zien we nu driften in zijn nieuwe Shelby Mustang. Van Jasper Izaks zijn we niet anders gewend, ook al rijdt hij in een geleende MGB, maar het is Edwin Dijkman die, na enig sleutelwerk op de vroege ochtend om de achteras in het gareel te krijgen, de mooiste powerslides weggeeft. En als we het dan toch over MGB’s hebben, Egbert Kolvoort gaat nog een stapje verder: hij maakt een mooie pirouette. Daarin is hij zeker niet de enige, bijna iedereen gaat wel één of meerdere keren achterstevoren, maar de meesten niet op een plek waar de NK HTGT supportersschare het kan zien.
Bijleveld is eindelijk Ebdon voorbij, maar de vreugde is van korte duur, want ook hij spint even later en valt terug. Verzijlbergen wordt nu achtervolgd door Span en Romo, Terwijl Stevens niet alleen Schachinger maar ook Fischer voorbij is.
Van Duijvendijk moet Bergmans voorbij laten, maar weet Michiel Campagne vooralsnog achter zich te houden. De groep in het middenveld is inmiddels groter geworden en wordt aangevoerd door Bob Stevens in de Triumph TR4, voor Steve Perry, die voor de gelegenheid de Tachyon-Mustang bestuurt. Hij wordt gevolgd door Verzijlbergen, Span, Romo, Mets en Izaks.
Rappange heeft nu vrij zicht op Ebdon en probeert het gat te dichten. René de Vries doet een ultieme poging om Frits Campagne te passeren, maar spint daarbij in de S des Sabelieres en komt spectaculair achterwaarts de heuvel over schuiven. Bob Stevens zoekt de pits op, nadat hij twee keer bijna van de baan is geraakt door een gaspedaal dat licht blijft hangen. Perry zit voor Span, Verzijlbergen, Romo en Mets. Lombard is eindelijk Schachinger voorbij, maar Fischer valt op zijn beurt weer terug achter de Oostenrijker.
De race nadert nu zijn eindfase. Caresani heeft tien seconden op de familie van der Lof. Vijftien tellen daarachter volgt Bergmans, die gewiekst genoeg is om zich niet daar Michiel Campagne te laten verschalken. Van Duijvendijk is zesde. Op een sterke zevende plaats finisht Ebdon in de oranje Mini, die nog 0,8 seconde overheeft op Rob Rappange. Frits Campagne wordt achtste en scoort maximaal in CT10, daarmee zijn titel zo goed als veilig stellend. René de Vries en Martin Bijleveld maken de top-10 vol. En Ron Verzijlbergen weet Klaas Span toch weer voorbij te gaan.
Race 2: mooie driestrijd
Voorafgaand aan de tweede race is Martin Bijleveld druk op zoek naar een lapmiddeltje om de koppakking van zijn Ford Falcon te dichten, zodat Jaap van der Ende de laatste race van het seizoen kan rijden. Bij Leo Landman helpt een heel aantal concurrenten met sleutelen, want naast de koppeling is er ook een elektrisch probleem. Het lukt allemaal en iedereen is bijtijds klaar voor de start van wat zowaar een droge race wordt.
Alexander van der Lof is als snelste weg, voor Caresani, Michiel Campagne en Rob Bergmans. Op de droge baan kunnen de Bizzarini en de Corvette GS hun pk’s beter benutten om Caresani partij te bieden. Bergmans kan net niet aanpikken, terwijl de Posches van Shirley van der Lof en Michiel van Duijvendijk terugvallen in de klauwen van de V8 brigade onder aanvoering van Frits Campagne en Jaap van der Ende. Rappange is deze keer vastbesloten de snelste Mini te zijn en pakt meteen bij de start al Ebdon’s teammaat Tim Watson in. Snelle starters van achteraf zijn Leo Landman, Bob Stevens en Gerrit Jan van Leenen (Lotus Cortina).
In de tweede ronde is het Michiel Campagne die de leiding heeft, voor Alexander van der Lof en Caresani. Van der Ende is Frits Campagne voorbij gegaan en van Duijvendijk rijdt nu voor Frans van Maarschalkerwaart en Shirley van der Lof. Watson poogt weerwoord te bieden aan Rappange, maar dat eindigt in een spin en veel tijdverlies.
Het driemanschap vooraan maakt er een mooie strijd van. Op enige afstand volgen Bergmans en van der Ende, terwijl Frits Campagne knokt met de oprukkende van Maarschalkerwaart. De beide Porsche 911’s worden nu bedreigd door de rap naar voren gekomen Jos Stevens in de Lotus Elan.
Onno Vlaanderen is in de slag met Thomas Kargus in de andere Lotus Elan, terwijl zij onderwijl de strijdende René de Vries en Jasper Izaks, die nu in de Fiat Abarth rijdt, achter zich laten. Gerrit Jan van Leenen wordt opgejaagd door Bert du Toy van Hees en Bob Stevens, terwijl Tim Watson Bert Mets en Frank Romo alweer voorbij is.
Ronde vier en Caresani probeert het buitenom bij Van der Lof, maar zonder succes. Jos Stevens is de Porsches van van Duijvendijk en van der Lof voorbij gegaan. Bij Bert Mets slaat de pechduivel toe, hij moet de pits opzoeken. De trein achter van Leenen is intussen aangevuld met Edwin Dijkman in de MGB.
De ronde erop is het Michiel Campagne die het op weg naar de Parabolique buitenom probeert bij Alexander van der Lof, maar ook die actie lukt niet. Jos Stevens spint bijna in de Bretelle en van Duijvendijk en van der Lof sluiten weer bij de Lotus aan. Bob Stevens is van Leenen voorbij, maar die weet nog steeds du Toy van Hees, Dijkman, Span en Watson achter zich te houden.
Na zeven ronden beginnen de leiders de eerste achterblijvers te lappen. Caresani moet nu iets lossen van het leidende tweetal. Leo Landman is vanaf zijn de laatste startplaats aangeland bij Huib Mars in de Austin Healey en Rob Rappange in de Mini en neemt de derde plek bij de toerwagens over. Jasper Izaks levert een leuke strijd met Onno Vlaanderen en René de Vries. En Bert du Toy van Hees is eindelijk langs van Leenen, maar Watson, Dijkman en Span nog niet.
In de achtste ronde is het van der Lof die als eerste doorkomt, met Campagne op zijn bumper. Caresani volgt op een seconde. Bergmans rijdt een eenzame race op plek vier en vermaakt zich met mooie powerslides.
De koplopers komen nu in druk verkeer terecht bij het inhalen van meer achterblijvers. Alexander van der Lof profiteert en slaat een gaatje. Verderop is ook Shirley van der Lof goed bezig, zij begint steeds meer aan te dringen bij van Duijvendijk. In het middenveld ontstaat er een nieuw gevecht doordat Bob Stevens en Bert du Toy van Hees voorbij gaan aan het fraai driftende tweetal René de Vries en Jasper Izaks en aansluiting vinden bij het duo Huib Mars – Rob Rappange. Gerrit Jan van Leenen moet ondertussen zijn race staken omdat de radiateurdop eraf is geschoten, tot opluchting van zijn achtervolgers die er eindelijk langs kunnen.
Met nog enkele minuten te gaan heeft Michiel Campagne zijn achterstand op van der Lof weer goedgemaakt en zoekt een gaatje aan de binnenkant in de Parabolique. Op dat moment lukt het nog niet, maar de ronde erop heeft hij het voor elkaar en is hij erlangs. Van Maarschalkerwaart heeft eindelijk aansluiting bij Van der Ende op plaats vijf, maar wordt door Fischer geblokt en moet afhaken.
In de laatste ronde waagt Alexander van der Lof nog een ultieme poging, maar Michiel Campagne laat zich niet verrassen. Caresani, Bergmans, van Maarschalkerwaart en Bijleveld maken de top 6 vol. Frits Campagne is zevende, tweede in CT10, en kampioen! Jos Stevens eindigt als achtste, voor Shirley van de Lof die van Duijvendijk aftroeft voor de winst in GTS11. Zij is daarmee de nieuwe vice-kampioen. Leo Landman wordt derde bij toerwagens, eerste in CT08. Daarachter wordt in de laatste ronde nog een felle strijd gestreden door een hele groep. Uiteindelijk weten Stephen Perry en Bert du Toy van Hees aan Huib Mars voorbij te gaan. Rappange redt het net niet, hij komt 0,07 seconde tekort, maar wint wel klasse CT07. Hij wordt op een dikke halve seconde gevolgd door Bob Stevens (derde in GTS11. Jasper Izaks zit daar weer zes tiende achter en René de Vries is de laatste van deze groep die de streep passeert.
Zo komt een succesvol seizoen 2013 ten einde. Na de prijsuitreiking in de Tachyon tent, waar Egbert zoals altijd als spreekstalmeester optreedt, laadt eenieder zijn bolide in voor de lange rit naar huis. Tot ziens in 2014!

 

Lucky Luyendyk

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)
Former Indy 500 winner Arie Luyendyk made clever use of yellow flags to take the win in the sunday’s round of the Delta Lloyd Xclusief Dutch historic championship.
On saturday, Luyendyk had to give best to Graham Wilson, who squeezed his Lotus Elan past the expensive Bizzarini. Kees Kooij/Roman Caresani (Porsche 904/6) did not feature at the front, after Kooij spun on the first lap and lost a lot of time. Georg Stummeyer (Ford GT40) led the first part of the race, only to be given a drive through penalty for an infringement when the Safety Car was deployed. Luyendyk and Wilson profited, while Rob Bergmans moved up into third in his Iso Rivolta. The touring car class was won once again by Frits Campagne, who brought his Ford Falcon home a second ahead of Matthijs Bakker in a similar car. GTS11 was won by Nico Zonneveld, the Porsche 911’s unable to follow the pace of his Morgan +4ss. The small car class was won by Rob Rappange in a Mini Cooper S, ahead of Ron Verzijlbergen in a Fiat Abarth.
On sunday afternoon Wilson again looked ready to pounce, but Luyendyk was now more accustomed to the Bizzarini and managed to stay ahead, clevery overtaking backmarkers at just the right moment. With 50 cars on track and a race duration of just 25 minutes, Caresani and Stummeyer ran out of time to catch up with the leaders. Frits Campagne ruined his chances with an overambitious outbraking manoeuvre into Tarzan, taking fellow Ford Falcon driver Martin Bijleveld with him into the gravel trap. This handed the laurels in the touring car class to Dirk Waaijenberg in a Ford Mustang, ahead of Leo Landman in a Lotus Cortina. Shirley van der Lof gave extra shine to the “50 years of the Porsche 911”-celebrations by winning GTS11, ahead of Joep Westerveld in the Marcos 1800. Verzijlbergen beat all the Mini Coopers in his Fiat Abarth 1000.

Volle bak in vrije training en kwalificatie
Dat de Classic GP het populairste evenement op de kalender is, bleek wel uit de 55 deelnemers en vier reserves die op de startlijst stonden. Toch dunde het veld al snel uit en kon uiteindelijk de laatste reserve, niemand minder dan Egbert Kolvoort zelf, ook aan de race deelnemen.
Voor de V8-rijders van het merk Ford zou het een zwaar weekend worden. Dat begon al tijdens de technische keuring, want de keurmeesters namen het Detroit Iron stevig op de korrel. Dat werd Armand Adriaans fataal, zijn nokkenastrein bleek van een te nieuwe specificatie en hij werd uitgesloten van verdere deelname. In de vrije training ging het verder. Frans van Maarschalkerwaart heeft zich een Shelby Mustang aangeschaft, maar de motor miste vermogen en hij bleef de rest van het weekend noodgedwongen aan de kant. Maar het was niet alleen Ford-ellende: ook Onno Vlaanderen kon vroegtijdig naar huis, de Porsche-motor van zijn Apal had lagerschade opgelopen.
In de kwalificatie vielen er nog meer slachtoffers. Hans Hugenholtz had al een probleem met zijn Ford GT40 en nu begaf ook zijn Shelby Mustang het. Jip van Putten had eenzelfde Shelby gehuurd en ook die gaf de geest, hij switchte daarom voor de race naar de Tachyon-Corvette. Wolfgang Schachinger bracht een Ford Mustang mee die hij zou delen met regerend kampioen Norbert Gross, maar de auto liep een lekke koppakking op en de Oostenrijks-Duitse equipe kon de racewagen onverrichter zake opladen. Zo ontstond er plek voor alle vier de reserverijders.
Na 25 minuten kwalificeren op een drukke baan was het Georg Stummeyer met de Ford GT40 die de pole had gezet. Op de tweede plaats volgde gastrijder Arie Luijendijk, die voor deze gelegenheid de Bizzarini 5300 GT van Alexander van der Lof bestuurde. Een historische GT is geen Indycar, maar toch wist Arie er een tijd van 2:03 uit te persen. Daarachter volgden de snelle Brit Graham Wilson in een Lotus Elan, Rob Bergmans met de Iso Rivolta, Jos Stevens in alweer een Elan en de equipe Caresani/Kooij in de zescilinder Porsche 904. Vervolgens kwamen de eerste toerwagens: Martin Bijleveld/Jaap van de Ende, Frits Campagne en Matthijs Bakker/Mark Kroes. Drie Ford Falcons binnen iets meer dan een seconde, dat beloofde een mooie strijd. Nico Zonneveld in de Morgan en Joep Westerveld in de Marcos, de snelsten in GTS11, volgden op enkele tienden.

Race 1: Wilson gewiekst
Het netjes opstellen van meer dan 50 auto’s is niet zo eenvoudig, en het gevolg was een startgrid die achterin tamelijk rommelig was. Niettemin besloot men dat het goed was en begon met de opwarmronde. Aan het eind daarvan zocht Martin Bijleveld de pits op. Hij had de remdruk versteld, maar had de verkeerde kant op gedaan. Even terugdraaien was voldoende, maar zo werd startplaats 8 wel startplaats 52. Gösgens / van Lieshout troffen het nog slechter, hun Porsche maakte niet eens de opwarmronde vol.
Bij het uitgaan van het rode licht was Stummeyer als snelste weg, voor Luijendijk en Bergmans. Kees Kooij was iets te gretig om de aansluiting te behouden en maakte op zijn koude banden een halve draai in de Hugenholtzbocht. Dwars op de baan met de neus naar de ideale lijn kon hij geen kant op. Hetzelfde gold voor Joep Westerveld, die de achterkant van de Porsche toucheerde, en Thomas Kargus die met zijn Lotus Elan klem stond. Even later zat ook Bob Stevens met de Triumph TR4 in de val. De rest kon er min of meer langs, al ging dat niet altijd zonder kleerscheuren. De wedstrijdleiding besloot de Safety Car in te zetten, maar net op het moment dat die de kop oppikte, kwam Kooij weg en was de baan weer vrij. Westerveld reed naar de pits, hij kon zijn race na wat plakwerk aan de neus vervolgen.
Na een rondje in ganzenpas werd het veld weer losgelaten, maar de vreugde was van korte duur. Mark Dols raakte op de heuvel voor het Scheivlak met een wiel naast de baan en kon de daaropvolgende slip van zijn MGB niet meer corrigeren. De MG stak schuin over en toucheerde de bandenstapels aan de binnenkant van de bocht, waarna hij twee keer over de kop rolde. Opnieuw werd de Safety Car ingezet, maar dat ging deze keer iets minder soepel. Nadat Dols, die ongedeerd was, en zijn MG, die dat niet was, in veiligheid waren gebracht, werd de race vrijgegeven. Met nog acht minuten te gaan kon er eindelijk geracet worden. Het leek een gemakkelijke overwinning voor Stummeyer te gaan worden. De wedstrijdleiding besloot echter anders en gaf hem een Drive Through voor het inhalen van de Safety Car. Zo kreeg Luijendijk de leiding, op de hielen gezeten door Bergmans, met Wilson daar weer 1,6 seconde achter. Daarop volgden Campagne, Stevens en Bakker. Ronald Zoomers vond zijn Waterloo in de….Arie Luijendijkbocht, met een afgebroken naaf van de Jaguar E-type.
In de achtste ronde haalde Graham Wilson alles uit de kast. Eerst passeerde hij Bergmans, daarna pakte hij ook Luijendijk, die toch wat voorzichtig was met de kostbare Bizzarini. Daarachter waren het nog steeds Campagne, Stevens en Bakker. Jip van Putten baande zich op niet altijd even subtiele wijze een weg naar voren in de bulderende Corvette Stingray en meldde zich achteraan de top-10. De strijd in CT08 ging tussen Alexander Schlüchter en Leo Landman, waarbij de Duitser deze keer de snellere Lotus Cortina bestuurde. Rob Rappange was weer ontsnapt in de Mini-klasse, terwijl Roger Ebdon’s Cooper verschalkt werd door de nog kleinere Fiat Abarth 1000 van Ron Verzijlbergen. In GTS11 had Nico Zonneveld met zijn Morgan een ruime voorsprong op de Porsche 911-brigade onder leiding van Thijs van Gammeren. Daarachter leverden Chris Mulder en Shirley van der Lof een mooie strijd, waar ook Jac Meeuwissen met de Austin Healey zich in mengde. Overal in het veld werd geknokt, zelfs om de laatste plaats tussen Mike van Thiel in de Mini en Horst Kukemüller in de Alfa Giulietta Sprint.
Helaas duurde het spektakel maar kort, na 10 ronden werd Wilson als winnaar afgevlagd, met publieksfavoriet Luijendijk als tweede. Daarna volgden Bergmans en de winnaar bij de toerwagens, Frits Campagne. Matthijs Bakker had in een alles-of-niets poging om hem te achterhalen teveel van zijn V8 gevergd, waarbij een stoterstang via het klepdeksel de motor verlaten had. Weer een Ford minder in het veld. Jos Stevens zat daar eigenlijk nog tussen, maar hij kreeg straf voor een jumpstart en kelderde naar plaats 9, altijd nog goed voor maximale punten in GTS10. Jip van Putten reed de beste inhaalrace, hij rukte op van positie 50 naar plaats 8, maar Bijleveld deed het niet veel slechter, vanuit de pits naar plaats 13. Nico Zonneveld won GTS11, voor van Gammeren en Mulder. CT08 was voor Schlüchter, voor Landman en Onno Zuidema in de Ford Cortina GT. In CT07 won Rappange, voor Ebdon en René de Vries. En de rode lantaarn? Die wist Kukemüller een rondje voor het eind over te doen aan van Thiel.

Race 2: Lucky Luijendijk
Op zondag wilde het talrijke publiek Arie Luijendijk graag zien winnen. Zijn uitgangssituatie was niet slecht, want de twee snelste concurrenten moesten op achterstand beginnen: Roman Caresani met de Porsche 904/6 op plek 29 en Georg Stummeyer met de Ford GT40 zelfs helemaal achteraan. Met slechts 25 minuten racetijd zouden zij hard moeten werken om de kop te bereiken. Maar zaterdagwinnaar Wilson was er ook nog en moest in staat worden geacht om zijn kunstje te herhalen, ook al was hem nu duidelijk dat zijn tegenstander tweevoudig Indy 500-winnaar was. Ook Bergmans had plannen om voor de winst te gaan.
Wilson was inderdaad het snelste weg bij de start, maar het was Luijendijk die als eerste de Tarzanbocht inging. Bergmans zat er goed bij en nam achterop het circuit de tweede plaats van Wilson over. In de grote toerwagenklasse was de strijd meteen in volle gang, Frits Campagne leidde Dirk Waaijenberg (Ford Mustang), terwijl Jaap van de Ende met de oranje Falcon aansloot op plaats 6. Daar pal acher zat Jip van Putten met de Corvette. Zonneveld leidde GTS11, voor van Gammeren, Mulder en van der Lof, terwijl ook Jos Stevens zich in dat groepje bevond. Daarachter kwam Caresani, die in de eerste ronde 16 plaatsen goed had weten te maken.
Rob Rappange was met zijn Morris Cooper S weer gestart als een raket, hij zat pal achter Schlüchter’s Lotus Cortina, maar helaas vergde hij teveel van zijn motor, die het in een grote rookwolk begaf. De Mini’s hadden het zwaar, want ook Timo Span moest de pits in met een kapot spruitstuk. Jochem Kentgens heeft geen gelukkig seizoen, zaterdag had hij slechts zes ronden kunnen racen in zijn Morgan +4, deze zondag was het er slechts één. Ook Roland Zoomers moest zijn auto al na een ronde aan de kant parkeren.
Ronde drie en Bergmans deed een dappere poging, maar de grote Iso Rivolta kwam tekort op de Bizzarini. Bovendien moest hij zich Wilson van het lijf houden. Frits Campagne had nu Jip van Putten achter zich, die een welkome buffer vormde naar Waaijenberg, terwijl van de Ende daarachter zijn handen vol had aan de oprukkende Caresani. Jos Stevens ging Nico Zonneveld voorbij, terwijl Shirley van der Lof en Chris Mulder naast elkaar door de Hugenholtzbocht gingen. Tim Watson leidde nu de Mini-klasse voor René de Vries, Bert Mets en het strijdende duo Romo-van Thiel.
In de vierde ronde had Luijendijk wat ademruimte omdat Bergmans zijn handen vol had aan Wilson. Caresani lag inmiddels vierde, maar zijn rondetijden waren niet snel genoeg om de kop te kunnen bedreigen. De spectaculair driftende van Putten was nu los van het Ford-treintje Campagne-van de Ende-Waaijenberg dat op de hielen werd gezeten door Stevens en Zonneveld.
Verderop zagen we de Lotus Elans van Thomas Kargus en Lars Bondesson in close formation met Alexander Schlüchter en de oprukkende Marcos van Joep Westerveld. De ongeduldige Westerveld toucheerde even later de Cortina, die de pits op moest zoeken met een ontzette achteras. Het begon sowieso op een afvalrace te lijken, want ook Bert Mets, Jac Meeuwissen en het volledige Alfa-contingent bestaande uit Jurriaan Schouwenburg en Horst Kukemüller moesten opgeven.
In GTS11 was er van alles gaande: Zonneveld was uitvaller nummer 10 van de race, waardoor van Gammeren de leiding in de klasse in handen kreeg. Niet voor lang echter, want Shirley van der Lof had Mulder afgeschud en begon aan te dringen bij de blauwe Porsche. Mulder had het op zijn beurt weer aan de stok met Westerveld, die Kargus en Bondesson voorbij was gegaan.
Met nog tien minuten te gaan was Stummeyer opgerukt naar de vijfde plaats. Ondanks dat hij de ene na de andere snelste ronde van de wedstrijd zette, was zijn achterstand op de koplopers te groot om nog een rol van betekenis te kunnen spelen. Bergmans moet ondertussen iets lossen en gaf de derde plaats over aan Caresani. Jos Stevens was er eindelijk in geslaagd om Frits Campagne voorbij te gaan. In een onbewaakt moment liet die ook concurrent van de Ende voorbij, iets wat hij poogde recht te zetten door extreem laat te remmen voor de Tarzanbocht. Helaas mislukte zijn uitremactie en kwamen beide Ford Falcons in de grindbak terecht. Voor van de Ende was het einde race. Campagne was redelijk vlot weer weg, maar kreeg voor zijn actie een halve minuut straf.
Dit alles leverde een gele vlag-situatie op waar Luijendijk handig gebruik van maakte, door net voor Wilson langs een achterblijver te glippen. Wilson moest van het gas en kon in de laatste ronden geen nieuwe aanval meer plaatsen, zodat Luijendijk relaxed naar de overwinning kon sturen. In plaats daarvan kwam de Brit nog onder vuur te liggen van Caresani, die hem toen de vlag viel was genaderd tot op 0,2 seconde. Stummeyer werd vierde, voor Bergmans, van Putten, Stevens en Waaijenberg, die de winst in CT10 opstreek. Shirley van der Lof gaf glans aan het “50 jaar Porsche 911”-feestje door de GTS11-klasse te winnen. Ze was van Gammeren gepasseerd en wist Joep Westerveld in de Marcos 1800 nipt voor te blijven.
In de laatste vijf minuten was er nog volop actie. Huib Mars reed voor collega-Healey piloot Nykle Meijer en Edwin Dijkman (MGB), maar maakte een foutje waardoor beide heren erlangs konden. Zo pakte Meijer de derde plaats in GTS12. Romo en van Thiel waren nog steeds in gevecht en gaven invulling aan het aloude spreekwoord “ To finish first, first you have to finish”. Na 8 ronden moest René de Vries namelijk zijn Cooper S parkeren met een benzinelek en in de negende ronde gaf ook het oranje Mini’tje van Tim Watson er de brui aan. Van Thiel kwam zodoende zegevierend over de finish in CT07, op 0,3 seconde gevolgd door Romo. Bert du Toy van Hees (Lotus Elite) drong aan bij Landman, totdat hij last kreeg van benzinegebrek. Landman was de winnaar in CT08 met zijn Lotus Cortina. Gerrit Jan van Leenen had lange tijd de tweede plaats in handen, maar ook hij moest de pits in, in zijn geval met een kapotte oliepomp. Dat gaf de tweede plaats in CT08 in handen van Cees Vis (Ford Cortina GT), voor Alex Korle (Lotus Cortina).
Zo kwam er na 12 enerverende ronden een einde aan een mooie NK HTGT race die nu eindelijk eens niet onderbroken werd door een Safety Car. Het publiek had genoten en was tevreden met de overwinning van hun idool, getuige de luide toejuichingen “Arie, Arie” vanaf de tribune. De coureurs kunnen terugkijken op een mooi weekeinde, hoewel er ook een record aantal uitvallers was. Aan een flink aantal auto’ s zal dus driftig gesleuteld moet worden om bij de laatste races in Dijon weer fris aan de start te kunnen staan.

  

NK HTGT wows the crowd during Gamma Racing Day

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

After a short 3-week break the Delta Lloyd Xclusief NK HTGT returned to the Assen TT-circuit for the Gamma Racing Day(s), providing spectacular racing in front of packed grandstands.
At the start of the first race it was Georg Nolte with his Ford GT40 who delivered the excitement. Edging forward before the lights changed, he then stopped just when everyone else got going, then took off like a rocket in pursuit of the leaders. He was too fast as it turned out, spinning in the first corner in front of just about the entire field. Luckily everyone managed to avoid him. Polesitter Alexander van der Lof (Bizzarini 5300) took the lead, but only as far as the Veenslang straight, where Michiel Campagne pulled alongside in his Corvette Grand Sport. The fight between these two would last for the entire race. Roland Zoomers in the Jaguar could only watch them draw away in third. Ford Falcon-mounted Frits Campagne, Lars Esselius and Boudewijn Bijleveld fought for fourth. Campagne let the other two draw ahead, a wise move as things got very fraught at times. After several laps Bijleveld spun when his seatbelt had worked loose. Esselius then hit a tyre barrier and had to let Jos Stevens (Lotus Elan) past, but he managed to stay ahead of Frits Campagne. The Geert Timmer chicane was the scene of many a spectacular outbraking manoeuvre. Leo Landman deserves particular mention for late braking, passing Harmen van Putten in his Corvette Stingray on just about every lap, only to watch in frustration as the big V8 would pull past his Lotus Cortina on the following straight.
In the second race, Michiel Campagne and Alexander van der Lof resumed their battle. Van der Lof managed to stay ahead for the first four laps, but then had to slow down. Georg Nolte cautiously moved up through the field. The 40.000+ spectators would undoubtedly have preferred him to be more aggressive. They were denied a battle for the lead, since he only came as far as third. Roland Zoomers was shadowed by Jos Stevens for many laps, but the Lotus driver just couldn’t find a way past. Esselius once again won the touring car battle, Frits Campagne being content with second, which was enough for him to retain the championship lead.

 

 

Verhitte kwalificatie
Uitgerekend op de warmste dag van het jaar waren de vrije training en de kwalificatie samengevoegd tot een lange sessie van maar liefst 40 minuten. De meeste auto’s hielden het wel vol, maar voor de coureurs was het afzien. De pechvogel van het weekend was vooraf al bekend: Frank Romo was zonder zijn Mini Cooper naar Assen gereisd. Een koppelingsprobleem had hem doen besluiten zijn bolide thuis te laten. We mochten weer enkele nieuwe deelnemers verwelkomen. Het duo Fons Gösgens / Erwin van Lieshout debuteerde in een fraaie Porsche 911. Matthijs Bakker hadden we al eerder in het NK HTGT gezien, maar niet aan het stuur van een Ford Falcon Sprint. Zijn nieuwe auto had helaas nog wat last van kinderziektes , een oververhitte motor maakte dat hij geen tijd kon zetten. We mochten ook twee Zweedse gasten verwelkomen. Lars Bondesson was er vorig jaar ook al met zijn Lotus Elan. De andere Lars die de lange rit had gemaakt was Lars Esselius, die alweer zo’n dekselse Ford Falcon aan de start bracht.
Aanvankelijk was Michiel Campagne de snelste met de Chevrolet Corvette Grand Sport, maar toen er éénmaal een transponder in de Bizzarini was gemonteerd, was het Alexander van der Lof die de tijdenlijst aanvoerde. Georg Nolte had voor de gelegenheid een koelpak aangetrokken en wist de derde tijd op de klokken te zetten met zijn Ford GT40. Daarachter volgden Roland Zoomers met de Jaguar en Jos Stevens met de Lotus. Frits Campagne scoorde de zesde tijd met zijn Ford Falcon en troefde daarmee kampioenschapsconcurrenten Bijleveld-van der Ende af. Martin trapte voor wat hij waard was, maar tevergeefs, want de oranje Ford liep op 7 cilinders. Altijd nog 5 meer dan de Lotus Cortina van Gerrit Jan van Leenen, die kampte met een afgebroken hevel in de carburateur. De kortste kwalificatie kwam op naam van Bert Mets, die zijn Mini na 1 ronde al inde pits parkeerde: geen remmen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Race 1: mega veel actie op de vroege avond
Pas om kwart over zes op zaterdag was het tijd voor de eerste race. Lars Bondesson volbracht de opstelronde niet, zijn Lotus Elan viel stil met een lege accu, terwijl Alex Korle (Lotus Cortina) de pits opzocht met een remprobleem. De rest van het veld moest vijf lange minuten op de grid wachten totdat het tijd was voor de opwarmronde. Toen het moment van de start eindelijk daar was, zorgde Georg Nolte voor opwinding. Hij kroop een beetje, stopte op het moment dat de rest vertrok en ging er toen alsnog als een raket vandoor. Te snel, zo bleek, want hij spinde in de eerste bocht dwars door het veld, waarbij iedereen de kostbare Ford gelukkig wist te ontwijken. Jos Stevens (Lotus Elan) wist een spin nog net te voorkomen, maar moest wel een aantal plaatsen prijsgeven. Polesitter Alexander van der Lof was met de Bizzarini 5300 als eerste weg, maar op de Veenslang kwam Michiel Campagne in de Corvette Grand Sport al langszij. Roland Zoomers in de Jaguar keek toe vanaf plaats drie. Ford Falcon-rijders Frits Campagne, Lars Esselius en Boudewijn Bijleveld knokten om de vierde plaats. Campagne liet de twee anderen gaan, en de beide heren maakten er een heftige strijd van. De vierde Falcon in handen van Matthijs Bakker was intussen aan een opmars bezig, hij reed na 1 ronde al op de vijftiende plaats. Leo Landman remde met zijn Lotus Cortina spectaculair laat voor de GT bocht. Hij ging een heel rijtje auto’s voorbij, waaronder Harmen van Putten, die dit weekend de gele Tachyon Corvette Stingray bestuurde. Helaas voor Leo heeft de Corvette dermate veel pk’s dat Harmen hem op het eerstvolgende rechte stuk moeiteloos weer voorbijstak. Dit spelletje zou zich de rest van de race bijna elke ronde herhalen. Georg Nolte kwam aan het einde van de eerste ronde als laatste door en kreeg bovendien nog een drive through penalty geserveerd voor zijn te snelle start.
Bij de tweede doorkomst was het Michiel Campagne voor Alexander van der Lof. Esselius was Bijleveld voorbij gegaan en de beide Falcons driftten door de bochten. Frits Campagne zag ondertussen in zijn spiegel de Lotus van Jos Stevens steeds groter worden. Daarachter volgde een heel peloton, aangevoerd door Nico Zonneveld (Morgan) en verder bestaand uit Nykle Meijer (Austin Healey), Harmen van Putten, Jac Meeuwissen (Austin Healey), Leo Landman, Theo van Gammeren (Porsche 911), Matthijs Bakker, Shirley van der Lof (Porsche 911), Chris Mulder (Porsche 911), Bob Stevens (Triumph TR4), René de Vries (Mini Cooper).
Ronde drie en Bijleveld slaagde erin Esselius te passeren. Ook de zesde plaats wisselde van eigenaar en werd nu bezet door Jos Stevens. Zonneveld en Meijer waren ontsnapt uit het peloton, dat nog steeds werd aangevoerd door de lastig te passeren Corvette Stingray. Voor Jac Meeuwissen was de race over, zijn Healey gaf de geest. Verderop in het veld ontstond intussen een tweede groep, aangevoerd door Gerrit Jan van Leenen, met daarachter debutant Gösgens, Bert Mets en Cees Vis (Ford Cortina GT).
In de vierde ronde begon Michiel Campagne erg dwars te gaan, waardoor de gele Bizzarini dichtbij kon komen. Bijleveld moest de strijd met Esselius staken omdat zijn gordel los was geschoten. Sturen werd op die manier erg lastig en de oranje Falcon raakte kortstondig van de baan. Matthijs Bakker wist buitenom van Putten’s Corvette te gaan, terwijl het Porsche treintje van Gammeren-van der Lof-Mulder op de hielen werd gezeten door René de Vries en Bob Stevens.
Ronde vijf en Van der Lof had de leiding van de Corvette Grand Sport afgepakt. Jos Stevens drong aan bij Esselius, maar de Falcon toonde zich erg breed. Bert Mets genoot ondertussen van een goed lopend Mini’tje, gaf de beide Cortina’s het nakijken en zette de achtervolging in op Egbert Kolvoort (MGB) en Klaas Span (Mini).
Michiel Campagne zette in ronde 6 de snelste ronde van de wedstrijd en pakte de kop weer terug. Nico Zonneveld, die met Nykle Meijer in de slag was geweest om de zevende plaats, moest zijn Morgan met een oververhitte motor aan de kant parkeren. Dat veranderde de strijd in GTS11: Theo van Gammeren had nu de overhand, maar pal achter hem werd gestreden door Shirley van der Lof, Chris Mulder en Bob Stevens, die het Porsche 911-geweld goed bij kon benen met zijn TR4. Datzelfde gold overigens voor De Vries in zijn 1,3 liter Mini. Dit alles met dank aan Van Putten, die dit peloton nog steeds leidde, in de bochten meestal voorafgegaan door Landman die zich steeds net niet ver genoeg wist los te worstelen.
Voor de toeschouwers was de Geert Timmer bocht the place to be, met voortdurend geslaagde en minder geslaagde acties. Zo hadden we Klaas Span al spectaculair voorbij Egbert Kolvoort zien gaan. Beide waren op jacht naar de Shelby Mustang van Michel Oprey. De oude rot liet zich echter niet foppen, en Kolvoort profiteerde tegen het eind van de race van een optimistische uitrempoging van Span om zijn plek weer terug te pakken. Bob Stevens remde ondertussen Shirley van der Lof uit en Cees Vis maakte korte metten met Bert Mets. Bijleveld was na een pitstop om de gordel vast te maken ontketend, maar kon zijn achterstand niet meer goedmaken, niet geholpen door het feit dat hij in zijn frustratie nogmaals spectaculair spinde.
Zo naderde het einde van de race. Alexander van der Lof had in ronde 8 tot en met 10 een kleine voorsprong, maar Michiel Campagne pakte hem in ronde 11 en reed naar de winst. Zoomers volgde op ruim een halve minuut. Jos Stevens was er eindelijk in geslaagd Esselius voorbij te gaan. De Zweed remde angstig laat, maar het lukte hem niet om terug te komen. Zijn Ford zag er inmiddels deerlijk gehavend uit na een confrontatie met een bandenstapel. Langzaam viel hij terug in de klauwen van Frits Campagne en Nykle Meijer, die echter net wat tekort kwamen om hem te kunnen inhalen. Daarna volgde Bakker, die op de valreep nog even een spectaculaire off-road excursie weggaf, terwijl van Putten nog immer voor Landman reed. GTS11 was voor Theo van Gammeren, maar achter hem werd tot aan de finish flink gebakkeleid. Shirley van der Lof pakte Bob Stevens terug, maar Chris Mulder’s banden waren op en hij gleed machteloos naar buiten, daarbij terugvallend van plek 2 naar plek 4. René de Vries was dominant in CT07, terwijl Klaas Span hard moest trappen om Bert Mets van de tweede plaats af te houden.

Race 2: fraai acteerwerk voor volle tribunes
In de tweede race vervolgden Michiel Campagne en Alexander van der Lof hun gevecht. Van der Lof was gemotiveerder dan ooit en pakte meteen de leiding. Campagne ging hem achterop het circuit weer voorbij, maar Van der Lof remde later voor de GT bocht en leidde over start-finish. Jaap van de Ende maakte een bliksemstart vanaf de achttiende plaats, waardoor we op de plaatsen 5 t/m 8 een mooi rijtje Falcons zagen: Esselius, Campagne, Bakker en van de Ende. Ook Bondesson en Nolte begonnen aan een opmars. Theo van Gammeren remde Harmen van Putten uit in een poging een gaatje te slaan naar de concurrenten in GTS11. Michel Oprey voerde met zijn Shelby Mustang een trein aan bestaande uit René de Vries, Bert du Toy van Hees (Lotus Elite), Gerrit Jan van Leenen, Cees Vis, Bert Mets, Erwin van Lieshout, Egbert Kolvoort en Klaas Span. Voor Horst Kukemüller zat de race er na twee ronden op, hij parkeerde zijn Alfa Romeo Giulietta in de pits.
Ronde drie en Van der Lof lag nog steeds voorop. Jos Stevens begon aan te dringen bij Roland Zoomers en werd op zijn beurt opgejaagd door Esselius. Van Gammeren moest van Putten weer voorbij laten, maar Leo Landman in de Lotus Cortina fungeerde als buffer voor de aanvallen van Shirley van der Lof. Bert du Toy van Hees wist te ontsnappen aan Oprey en sloeg meteen een gaatje.
De strijd vooraan was nog steeds heftig: de witte Corvette en de gele Bizzarini stormden deur aan deur naar de Haarbocht. Zowel Michiel Campagne als Alexander van der Lof zetten in de vierde ronden een uiterst rappe tijd van 2:01 op de klokken. Campagne was vanaf nu echter licht in het voordeel, al kon van der Lof wel bijblijven.
Georg Nolte was ondertussen in de top-10 aangeland. Zijn inhaalacties waren omzichtig en dat was weliswaar een verstandige aanpak, maar jammer voor het publiek, want hij schoot daardoor niet snel genoeg op om zich met de strijd om de leiding te kunnen gaan bemoeien. Oprey had intussen een gaatje geslagen naar Van Leenen, die de Vries, van Lieshout, Vis, Mets, Kolvoort en Span achter zich hield. René de Vries was met zijn Mini duidelijk sneller dan de witte Lotus Cortina, maar kon er geen weg langs vinden. Span poogde ondertussen Bert Mets uit te remmen, maar ook die actie bleef zonder succes, met rokende banden gleed hij zijn instuurpunt voorbij.
Halverwege de wedstrijd moesten Leo Landman en Bert Mets met technische problemen de pits opzoeken. Shirley van der Lof had nu vrij baan. Ze zag haar kans schoon en stuurde haar rode Porsche 911 voorbij de blauwe van Theo van Gammeren. Van der Putten, Meijer en Bakker waren gedurende een aantal ronden in een steeds verschillende samenstelling voorbij gekomen, maar waren het nu eens over de volgorde: Corvette, Healey, Falcon.
De race naderde nu zijn eindfase en Michiel Campagne was in control. Van der Lof deed nog een ultieme poging, maar dat resulteerde er alleen in dat hij de GT-bocht miste. Ook René de Vries probeerde nog een laatste keer van Leenen’s Lotus Cortina en van Lieshout’s Porsche uit te remmen, maar dat bleef eveneens zonder succes. Esselius maakte weer een uitstapje, waarbij hij zijn voorspatbord verloor. Net als in de eerste race wist hij voor Frits Campagne te blijven. Jac Meeuwissen was de enige die in de laatste ronde een succesvolle aanval wist te plaatsen: hij ging Bob Stevens voorbij.
Na 13 snelle ronden viel de vlag en was het Michiel Campagne die wederom de hoogste trede van het podium mocht beklimmen. Van der Lof was inde laatste ronde ver teruggevallen, maar zijn voorsprong op de nummer drie Nolte was ruim voldoende. Jos Stevens zat gedurende de gehele race op minder dan een seconde van Zoomers, maar kon er niet voorbij. Esselius was weer teruggevallen tot vlak voor Frits Campagne, die niet aanviel en ongetwijfeld tevreden was met behoud van de leiding in het kampioenschap. Jaap van de Ende, Harmen van Putten en Nykle Meijer maakten de top-10 vol. Shirley van der Lof was de laatste ongelapte finisher op plaats 12, en won GTS11. Van Leenen was de winnaar in CT08 en René de Vries in CT07.

Caresani dominates NK HTGT races at Assen TT track


(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

The Delta Lloyd Xclusief NK HTGT visited the famous TT track for the first time this year and provided spectacular racing, as usual. Georg Nolte powered away from second on the grid to take the lead in race 1, only for his Ford GT40 to start depositing oil on the track. This provoked some spectacular slides and narrow escapes. The marshals began cleaning up immediately, while the competitors were slowed down behind the safety car. Unfortunately the spillage was extensive, and it would have been wiser to red flag the race and restart later. When the field was finally released, there was less than a minute to go. At this point the clerk of the course decided to add two laps to the bill, giving a total race distance of just three laps. Roman Caresani still managed to pull out a 10 second lead in his Porsche 904/6. Roland Zoomers passed the flag next in his Jaguar E-type, but he was penalized for a jump start. This handed second to Martin Bijleveld (Ford Falcon, first saloon car home) and third to Jaap Sinke (Austin Healey 3000). Most drivers took it easy on the still treacherous track, with the exception of Jac Meeuwissen, who wrestled his Healey 3000 from 28th to 11th in the three available laps. In the small saloon class Roger Ebdon looked to be in control in his Austin Cooper S, but a determined last-lap effort by Rob Rappange meant he had to be content with second.
For race 2, Nolte’s team had repaired the GT40, which meant that the big question was how far he could move up from last on the grid in the 25 minute race. Unfortunately he was a bit too eager at the lights and incurred a 10 second jumpstart penalty. This didn’t stop him from passing the entire field with the exception of Caresani, who posted another win. Zoomers drove a controlled race and took second, while Max Boodie made up for retiring with a broken fuel pump in race 1 by taking the last podium place in his Chevrolet Corvette. Fifth was hotly contested for the entire race, Jaap van de Ende initially holding station in the big Ford Falcon with Jos Stevens being close behind but unable to pass in his Lotus Elan. In the end it was Thomas Kargus in another Elan who found a way past Stevens and then took the Falcon as well. Van de Ende still won the big saloon car class. Rob Rappange took another win in the Mini class, ahead of René de Vries. Generale repetitie op TT-circuit Assen
Het Delta Lloyd Xclusief NK HTGT was te gast bij de HARC tijdens de Historische Assen Trophy, een gezellig evenement met een clubrace atmosfeer. Met de zomervakantie in diverse regio’s al in volle gang was het aantal deelnemers kleiner dan normaal, maar het NK vormde niettemin het grootste startveld van het evenement. Wellicht speelde ook het feit dat het NK begin augustus opnieuw in Drenthe acteert een rol. Dan wordt er gereden voor volle tribunes, tijdens de Gamma Racing Days. We kunnen deze wedstrijd dus beschouwen als een voorproefje, de generale repetitie.

Training en kwalificatie
Die generale verliep niet voor iedereen positief, want tijdens de zaterdagse sessies verloren we al een aantal acteurs. Zo werd de deelname in de CT08 klasse gehalveerd omdat zowel Leo Landman als Cees Vis serieuze motorproblemen opliepen en hun Cortina’s konden opladen. Ook Frans van Maarschalkerwaart’s BMW verliet de baan definitief, met een dikke witte pluim uit de uitlaat. Bij de Oosterburen waren er ook slachtoffers: Frank Romo had een kapot differentieel van de Mini Cooper, Horst Kukemüller een benzinetoevoer probleem aan de Alfa Giulietta. Ook bij Jac Meeuwissen ging het differentieel stuk, maar de Austin Healey kon voor de eerste race gelukkig gerepareerd worden.
In de kwalificatie was het Roman Caresani die de pole zette in de Porsche 904/6, op 0,8 seconden gevolgd door Georg Nolte in de Ford GT40. Daarachter volgden de “gewone” auto’s, aangevoerd door Jaap Sinke in de Big Healey. De top-6 werd volgemaakt door Roland Zoomers (Jaguar E-type), de equipe Bijleveld/van de Ende (Ford Falcon) en Jos Stevens (Lotus Elan). Van de vijf overgebleven Mini Coopers was René de Vries de snelste, 14e algemeen. Hekkensluiter was Rhea Sautter, die haar E-type voor deze race had ingeruild voor een piepkleine Austin A35, compleet met enorme wimpers.

Race 1: defilé achter de safety car
Zondag om 11:00 was het tijd voor de eerste race. Bij het uitgaan van de rode lichten pakte Georg Nolte de leiding. Zijn Ford GT40 lekte echter olie, iets waar menig deelnemer door in de problemen raakte. Martin Bijleveld gleed in de Strubben helemaal naar buiten en toucheerde vervolgens Max Boodie’s Corvette. Karen Campagne raakte met haar Ford Mustang bijna Jasper Izaks’ Fiat Abarth en moest opgeven. Na een halve ronde ontdekte Nolte dat hij een probleem had en parkeerde zijn bolide in het gras. Helaas was het lek al in de opwarmwonde was ontstaan en heeft zo’n GT40 een flink oliereservoir: het oliespoor lag over de volledige 4,5 kilometer van het TT-circuit. Verrassenderwijs koos de wedstrijdleiding er niet voor om de wedstrijd stil te leggen, wat toch een voor de hand liggend besluit was geweest, zeker wanneer de race zoals in dit geval nog niet eens 1 ronde oud is. In plaats daarvan werd de Safety Car ingezet, zodat de klok door bleef lopen. Het kostte de baancommissarissen veel tijd om de olie op te ruimen. Daarbij werden ze niet geholpen door het feit dat het veld steeds langskwam, wat hun werkomstandigheden er niet veiliger op maakte. Tegen de tijd dat de baan weer vrijgegeven werd, was er nog minder dan een minuut te gaan. Men besloot dan maar om nog twee ronden te laten rijden, zodat er tenminste nog iets te racen viel. De meeste coureurs deden het voorzichtig aan op de nog steeds gladde baan. Grote uitzondering was Jac Meeuwissen die zijn Healey in de drie beschikbare raceronden van de 28-ste naar de 11e plaats wist te sleuren. Ook Rob Rappange in de Mini en Japer Izaks in de Abarth kwamen naar voren. Rappange wist in de laatste ronde de leiding in de CT07 toerwagenklasse nog aan Roger Ebdon te ontfutselen. Na het wegvallen van Nolte kon Roman Caresani zijn Porsche 904/6 onbedreigd naar een flinke voorsprong sturen. Roland Zoomers had de tweede plaats in handen, maar een tijdstraf voor een jumpstart kostte hem twee plekken in de eindrangschikking. Daarachter volgde Martin Bijleveld die met zijn Ford Falcon de doorgang voor Jaap Sinke succesvol blokkeerde. In GTS11 was Nico Zonneveld weer van de partij. Zijn Morgan +4 was te sterk voor de Porsches 911, waarbij Theo van Gammeren de hele race geschaduwd werd door Chris Mulder. Michel Oprey wist door een uitremactie in de haarbocht zijn Shelby Mustang voor de Lotus Cortina van Gerrit Jan van Leenen te positioneren en daarmee zijn alle spannende momenten van deze erg korte race benoemd.

Race 2: Inhaalrace Nolte, Caresani niet te kloppen
De tweede race stond in het teken van de inhaalrace van Nolte. Hij moest achteraan starten in zijn gerepareerde Ford GT40 en de vraag was hoever hij naar voren zou kunnen komen. Helaas wilde hij iets te graag en scoorde hij bij de start al 10 strafseconden, omdat hij vertrok voor het rode licht uitging. Daarin was hij niet de enige, ook Jaap van de Ende en Rob Rappange kregen straf, maar de koning van de jumpstart was deze keer Chris Mulder, die al vertrok op het moment dat het rode licht aanging. Hij dook als zesde de eerste bocht in en was meteen de leider in GTS11, vol in gevecht met Jos Stevens en Nico Zonneveld.
Nolte begon zijn race rustig aan, de snelste achteraan-starter was Max Boodie, die in de eerste race was uitgevallen door een kapotte benzinepomp. Hij meldde zich in de tweede ronde al in de achterste regionen van de top-10. In diezelfde ronde werd de Healey deelname gedecimeerd: Bart-Jan Deenik, die het stuur had overgenomen van Jaap Sinke, moest de pits in met een kapotte koppelingshulpcilinder, terwijl ook Meeuwissen niet meer doorkwam. Zo bleef alleen Huib Mars nog over als representant van het merk. Mars was vrijwel de gehele race in gevecht met René de Vries in de Mini Cooper en Bob Stevens in de Triumph TR4. Ook Jasper Izaks maakte deel uit van dit groepje, tot hij moest opgeven met een mechanisch defect.
Daarachter zagen we een treintje bestaande uit Bert du Toy van Hees (Lotus Elite), Alex Korle (Lotus Cortina), Karen Campagne, Onno Vlaanderen (Apal-Porsche), Gerrit Jan van Leenen en het Mini-duo Bert Mets en Klaas Span.
Ondertussen was het Roland Zoomers die in de Haarbocht van de Ende uitremde en de tweede plaats overnam, terwijl Jos Stevens een succesvolle aanval plaatste op de Ford Falcon van Frits Campagne en daarmee de vierde plek opeiste.
In Mini-kringen werd er ook volop gestreden. René de Vries had Tim Watson van de tweede plaats verstoten, terwijl Bert Mets erin slaagde om Klaas Span voorbij te gaan. Rondenlang wist Mets de deur dicht te houden, totdat hij tegen het eind van de race zijn motortemperatuur zag oplopen en moest lossen. Bij de Porsches was het oude vos Theo van Gammeren die toch Chris Mulder weer wist te passeren. Voor de man in de grijsblauwe Porsche zat er niets anders op dan er weer een wedstrijdje bumperkleven van te maken. In de achtste ronde raakten we Alex Korle kwijt, die te weinig benzine had meegenomen. Onno Vlaanderen kwam ook droog te staan, maar dat was het gevolg van een benzinelek.
Pas in na tien ronden bereikte Georg Nolte de tweede plaats. Meer zat er niet in, want Caresani had inmiddels een voorsprong van een kleine minuut opgebouwd en was niet meer in te halen. Nolte had bovendien nog een tijdstraf tegoed voor zijn te snelle start. Zoomers reed een bekeken race, hij wist de aansluiting te behouden en promoveerde terug naar de tweede plaats die hij al zeven ronden in handen had gehad. Ook Max Boodie profiteerde, hij mocht de laatste podiumplaats beklimmen. Daarachter was er voortdurend strijd tussen Jaap van de Ende in de grote Ford Falcon en de kleine Lotus Elans van Jos Stevens en Thomas Kargus. Waar het Stevens steeds maar niet lukte om voorbij van de Ende te komen, speelde Kargus dat wel klaar en werd vijfde. Frits Campagne zal achteraf gebaald hebben dat hij niet wat extra gas had gegeven, want met de strafseconden van Jaap van de Ende zat hij op nog slechts 0,3 seconde van de overwinning in CT10. Nico Zonneveld finishte als negende en was opnieuw de winnaar in GTS11. Rappange pakte weer de eerste plek in CT07, voor René de Vries. De laatste inhaalactie in de race kwam op naam van Bert du Toy van Hees, die in de GT-bocht de Mini van Tim Watson uitremde.
Al met al een ouderwets spannende tweede race en een goede generale repetitie voor de Gamma Racing Days.

Action packed NK HTGT races at the Spa Summer Classic

Spa Francorchamps once again played host to the Delta Lloyd Xclusief Dutch Championship for historic touring cars & GT’s. Over 50 drivers competed and tested their material to and sometimes beyond the limit. This started in qualifying when Tim Summers’ Cobra suffered a mechanical defect on his Cobra, causing it to roll violently at the fast Blanchimont corner. The car caught fire and Summers was transferred to hospital for observation. Fortunately he was OK and discharged shortly afterwards.
The first race was won by Michiel Campagne in the Chevrolet Corvette Grand Sport, after a fight over several laps with Georg Stummeyer in his Ford GT40. Stummeyer had to retire one lap before the end of the race with a mechanical defect. A strong second place was taken by the German Count Markus von Oeynhausen in a Jaguar E-type, while Alexander van der Lof came third in a Bizzarini 5300. Jaap van de Ende led the touring car class for most of the race in his Ford Falcon Sprint,until his right front wheel broke off the car. This handed the win to reigning champion Norbert Gross in another Ford Falcon.
With Stummeyer unable to start, Campagne was the clear favourite for sunday’s race. Count von Oeynhausen had other plans and immediately took the lead form the rolling start. He managed to put some distance between him and the Corvette and was safe in the lead when Campagne came under threat from Van der Lof. On lap 5, Van der Lof managed to take over second place, but Campagne fought back. However, Van der Lof had now knew what tot do, and launched another succesful attack on the last lap. The touring car class was won by Steve Perry, Gross’ teammate, ahead of Frits Campagne, both driving Ford Falcons.

 

NK HTGT op Spa-Francorchamps
De Spa Summer Classic verwelkomde voor het derde jaar in successie de deelnemers aan het Delta Lloyd Xclusief Nederlands Kampioenschap voor historische toerwagens en GT’s. Het Grand Prix circuit in de
Ardennen is populair bij de rijders en daarom altijd goed voor een groot startveld. Onder de ruim 50 deelnemers waren opvallend veel Jaguar E-types: niet minder dan zeven. Snelle gastrijders waren de Britten Allison en Evans/Faux met Marcossen en Tim Summers met een schitterende AC Cobra. Helaas liep de kwalificatie voor Summers slecht af: hij maakte als gevolg van een defect in de achteras een vijfvoudige koprol bij Blanchimont, waarna de auto in brand vloog. De onfortuinlijke Brit werd voor controle afgevoerd naar het ziekenhuis, de auto was zwaar beschadigd. Gelukkig kon Summers het ziekenhuis weer vlot verlaten. Nieuw op de baan waren de bijzondere Apal-Porsche van Onno Vlaanderen en de Lotus Elite van Bert du Toy van Hees. Beide heren deden het in de kwalificatie rustig aan. De pole was voor Georg Stummeyer in de Ford GT40 die 2:49,1 op de klokken zette. Michiel Campagne moest daar 3,5 seconden op toegeven, maar zette toch de tweede tijd in de Corvette Grand Sport. De snelste Jaguar was die van de Duitse graaf von Oeynhausen op plaats 3, gevolgd door Alexander van der Lof in de Bizzarini en de E-types van Vorköper en Van den Oetelaar. Rob Rappange (Mini Cooper), Alex Korle (Lotus Elan) en Sjoerd Peereboom (MGB) kregen technische problemen en wisten geen tijd op de klokken te zetten.

Race 1: pech voor Stummeyer
Om tien uur ’s ochtends stelde het veld zich op voor de rollende start van de eerste race. De Morgan van Kentgens en de Mini van Rappange hielden er vrijwel meteen mee op, terwijl Frank Romo stopte om een raar geluid te onderzoeken. Alles leek in orde, maar toen wilde zijn Mini niet meer aanslaan. Einde race voor hem. De E-types van Georg Nolte en Nick Davidson Kelly plus de MGB van John Sandilands startten noodgedwongen vanuit de pits, omdat zij de voorgaande race ook al gereden hadden. Het hele veld zette zich in beweging achter de safetycar, met achteraan een oude bekende die we al lang niet meer op de baan hadden gezien: Mike van Thiel in zijn blauwe Mini Cooper.
Nadat de safetycar het veld had losgelaten nam Stummeyer de leiding, terwijl Oeynhausen als tweede uit de hairpin kwam. Campagne gebruikte de pk’s van de Grand Sport om voor Eau Rouge de tweede plaats terug te pakken. De rest van het veld stroomde in slagorde tegen de Raidillon op, behalve Frans van Maarschalkerwaart die zijn BMW 1800 in een resolute actie rechts naast en voorbij de Ford Falcon van Wolfgang Schachinger stuurde.
Campagne was vastbesloten om de aansluiting met Stummeyer te behouden en begon rondetijden van 2:52 neer te zetten. Hij kon daarmee goed bijblijven, maar ook de Duitse graaf bleek 2:52-ers te kunnen rijden waardoor de top-3 bij elkaar in de buurt bleef. Daarachter volgde de gele Bizzarini met Van der Lof die als enige het tempo van de koplopers nog enigszins kon volgen. Rob Bergmans moest al snel afhaken met een probleem in de aandrijflijn van zijn Iso Rivolta en Peereboom’s technische malheur bleef voortduren: hij moest weer de pits in.
Er werd in diverse groepjes gestreden, zo zagen we Schachinger die op de bochtige stukken werd opgejaagd door Bob Stevens (Triumph TR4) en Tim Watson (Mini Cooper), maar op de rechte stukken weer wegliep. Ook Jasper Izaks met de Fiat Abarth haakte hierbij aan. Michel Oprey (Shelby Mustang), Mark Dols (MGB) en Frans van Maarschalkerwaart kwamen drie dik uit La Source voor een potje armdrukken wie het eerst de heuvel op zou gaan. Zelfs om de laatste plaats werd geknokt door Van Thiel en Du Toy van Hees.
Ronde vier en Campagne en Oeynhausen zaten bij het uitkomen van de haarspeld heel dicht achter Stummeyer. Qua pk’s leek de Corvette licht de overhand te hebben, hij liep steeds iets naar de GT40 toe. Ronde na ronde blokkeerde onderaan de Eau Rouge even het linker voorwiel en terwijl de Ford als op rails naar boven leek te gaan zag het er bij de Chevrolet wat zenuwachtig uit. Graaf von Oeynhausen zat ondertussen op het vinkentouw, wachtend op een foutje van één van de koplopers. Op enige afstand volgden Van de Lof en Van den Oetelaar, terwijl Armand Adriaans (Shelby Mustang) en Roland Zoomers (Jaguar E-type) in gevecht waren om de zesde plaats. De dikke toerwagens werden aangevoerd door Jaap van de Ende (Ford Falcon), die Norbert Gross (Ford Falcon) in zijn spiegel langzaam groter zag worden. Verderop in het veld waren Jos Stevens (Lotus Elan), Jac Meeuwissen (Austin Healey) en Leo Landman (Lotus Cortina) snel onderweg. Het Porsche 911 treintje werd weer aangevoerd door Shirley van der Lof, voor Theo van Gammeren en Chris Mulder, maar de Marcossen van Faux en Allison waren te snel voor de Porsches. Oprey werd ondertussen opjegaagd door Alexander Schlüchter (Lotus Cortina), Dick van Amsterdan (Cobra Daytona) en Frans van Maarschalkerwaart.
In de vijfde ronde zag Michiel Campagne een kans en pakte de leiding, maar de ronde erna lag Stummeyer weer vooraan en was Campagne nog slechts derde. De wedstrijdleiding toonde even later een waarschuwingsvlag aan Stummeyer, maar dat gebaar was niet nodig omdat de GT40 direct daarna werd geveld door een motorprobleem. Zo kreeg Campagne de leiding weer in handen. De race naderde nu de eindfase en er werd her en der nog flink gestreden. MGB piloten Egbert Kolvoort en Jon Sandilands kruisten de degens met Michel Lombard (Alpine A110) en Klaas Span in de Mini, Jasper Izaks en Bob Stevens waren het ook nog niet eens over de juiste finishvolgorde en het trio Meeuwissen, Van de Ende en Gross bood moedig weerstand tegen Bas Jansen (Austin Healey) en John Faux (Marcos), terwijl Jos Stevens de Mustang van Dirk Waaijenberg wist te passeren en tevergeefs op de Falcon van Frits Campagne joeg. Bert du Toy van Hees maakte een pitstop maar werd toen hij terug het circuit op wilde gaan aan het einde van de pitstraat tegengehouden door een overijverige marshal.
In de laatste ronde vielen er nog veel slachtoffers. Bij Gerrit Jan van Leenen brak de cardanas, ook al in de snelle Blanchimont bocht, terwijl Jaap van de Ende nog net voor de bandenstapels tot stilstand kwam met een afgebroken voorwiel. Onno Vlaanderen viel intussen stil door benzinegebrek.
De winst was voor Michiel Campagne, die op de hielen werd gezeten door graaf Oeynhausen terwijl Alexander van der Lof op twintig seconden volgde. Daarna kam er een hele tijd niets, want Antony van den Oetelaar’s versnellingsbak was vast komen te zitten in vier. Zijn voorsprong was echter groot genoeg om de vierde plaats vast te houden. Charles Allison reed een onopvallende maar zeer snelle race en bracht zijn Marcos 1800 als vijfde over de streep, de eerste viercilinder en winnaar in GTS11. De grote toerwagenklasse werd gewonnen door Gross, voor Frits Campagne en Waaijenberg. Leo Landman was de overtuigende winnaar in CT08, een halve minuut voor de Duitse concurrentie. Bij de Mini’s ging Ebdon er met de winst vandoor, voor Span en van Thiel.

Race 2: Von Oeynhausen onverwachte winnaar

Zonder Stummeyer was Michiel Campagne de gedoodverfde favoriet voor de winst in de race op zondag. De gretige graaf von Oeynhausen had echter andere plannen. Hij nam direct na de start de leiding en wist een kleine voorsprong op te bouwen.
Voordat het zover was hadden we al twee opwarmronden achter de rug, omdat Timo Span niet wegkwam van de dummy grid. Zijn remmen zaten muurvast, dus even wegduwen was er niet bij, de afsleepwagen moest eraan te pas komen. De enige die blij werd van de extra opwarmronde was Michel Oprey in zijn Shelby Mustang, die bij de eerste gelegenheid niet was weggekomen en nu zijn startplek stilletjes weer innam.
Er was door diverse mensen flink gesleuteld om weer mee te kunnen doen, en zodoende startten er enkele snelle rakkers achteraan. Rob Bergmans was hiervan het beste voorbeeld, hij maakte in de eerste ronde meteen twintig plaatsen goed. Aan het eind van die eerste ronde had Von Oeynhausen enkele tientallen meters voorsprong op de witte Corvette. Van der Lof was dicht in de buurt, maar Van de Oetelaar zat al op 8 seconden, voor Adriaans, Steve Perry in de Ford Falcon en Roland Zoomers in de E-type. Daarachter zaten Frits Campagne en Richard Evans die zijn Marcos met blokkerende wielen de chicane in gooide. Er werd hier en daar zwaar gevochten om positie en dat liep niet overal goed af. In een poging om bij te blijven bij Leo Landman remde Thomas Fritz te laat en parkeerde de neus van zijn Lotus Cortina in de deur van Chris Mulder’s Porsche 911, waarna Mulder de race met een vrolijk zwaaiend portier moest vervolgen.

Frits Campagne probeerde aan te pikken bij Perry, maar het lukte net niet, het gaatje werd langzaam groter.
Jos Stevens zat in een sandwich tussen de Healeys van Jac Meeuwissen en Nykle Meijer, terwijl Rob Rappange eindelijk kon trappen in zijn gerepareerde Mini en samen met Ron Verzijlbergen (Fiat Abarth) achter de oranje Mini van Tim Watson aanzat.
Dirk Janssen had het stuur van de gele Corvette overgenomen van Max Boodie en werd achtervolgd door Dirk Waaijenberg, Richard Evans en Harmen van Putten (Shelby Mustang). Mark Dols was de snelste MGB-rijder op de baan en reed naar John Sandilands toe, maar hij moet na een spin de pits opzoeken, hetgeen hem een ronde kostte. De achterhoede werd gevormd door een strijdend groepje bestaande uit Bert du Toy van Hees, Gerrit Jan van Leenen, Frank Romo en Mike van Thiel, terwijl Onno Vlaanderen’s Apal-Porsche weer begon te sputteren en hij dus de pits moest opzoeken.

Aan het einde van de vierde ronde bereikte Bergmans de top 10 door Janssen en de Georg Nolte (E-type) te passeren. Daarachter kwam Jurriaan van Amsterdam, die ineens de snelheid gevonden leek te hebben, opzetten in de Cobra Daytona Coupé. Ook de lichtblauwe Ford Falcon van Niek van Gils begon op te rukken. Minder goed verging het Angleitner in de Falcon van Schachinger, die na een gemene slinger in de snelle dubbele linkse hard in de banden terechtkwam en een koprol maakte. Ook Zoomers moest opgeven, evenals Mini-piloten Romo en Van Thiel. Voor Timo Span begon de race nu pas, nadat hij netjes bij zijn pit was afgeleverd waren de remmen weer gangbaar gemaakt.

Michiel Campagne lag inmiddels onder vuur van Van der Lof, die in ronde vijf de tweede plaats van hem overnam. Campagne vocht echter terug, en twee ronden later reed de witte Corvette weer voor de gele Bizzarini. Richard Evans had vanaf de start de leiding in de GTS11 klasse in handen, maar hij reed een incidentvolle race. Na een touché met Span verloor hij een aantal plaatsen en was het Shirley van der Lof, die in een groepje met Meeuwissen, Meijer, Stevens en Landman reed, die met haar Porsche 911 de eerste plek in de klasse overnam. Even verderop streed een treintje bestaande uit Bob Stevens, Michel Lombard, Rob Rappange, Tim Watson en John Sandilands, terwijl daarachter Thomas Augustin (Ford Mustang) werd opgejaagd door de MGB’s van Egbert Kolvoort en Sjoerd Peereboom plus het Abarthje van Verzijlbergen.

De race naderde nu zijn eindfase met Von Oeynhausen in een veilige leidende positie op zo’n 20 seconden voor Campagne. Van der Lof zat daar een halve seconde achter, maar hij wist inmiddels waar hij het voordeel kon pakken en sloeg in de laatste ronde toe. De vierde plek was voor Van den Oetelaar, die op drie seconden werd gevolgd door Rainer Vorköper in de low-drag E-type. Daarna volgde Adriaans, terwijl Perry de grote toerwagenklasse won voor Frits Campagne. Van Amsterdam wist in de eindfase de zowel Nolte als Bergmans te pakken en werd negende. Leo Landman was wederom niet te kloppen in CT08 en Rob Rappange won bij de Mini’s. De eerste plek in GTS11 was voor Shirley van der Lof, voor Richard Evans en Theo van Gammeren (Porsche 911).

Historic Zandvoort Trophy provides four wins for the Van der Lof family

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

In 1952, Dries van der Lof was one of the Netherlands’ first Formula 1 drivers. At the Historic Zandvoort Trophy last weekend, two later generations Van der Lof stole the thunder in the Delta Lloyd Xclusief Dutch championship for historic touring cars and GT’s.
Alexander van der Lof, Dries’ son, won the first race in his Bizzarini 5300GT. Roman Caresani (Porsche 904/6) had been fastest in the extremely wet qualifying session, but Van der Lof took the lead after two laps and never relinquished it. Third place was fiercely contested for most of the race by Martin Bijleveld (Ford Falcon) and Rob Bergmans (Iso Rivolta). An ultimate late braking attempt by Bergmans in Tarzan Corner didn’t work out, but he was gifted third place when Bijleveld had to call into the pits due to a loose front wing. Frits Campagne (Ford Falcon) was first touring car home in fourth. Shirley van der Lof, granddaughter of Dries, came eight overall and won her class in a Porsche 911. The little Mini Coopers impressed once again. Debutant René de Vries was fifth in qualifying, while Rob Rappange led a gaggle of three Porsche 911’s for most of the race.
In race 2, Bergmans was determined to win. He was a very fast starter and took the lead on lap 3. From that moment the two Italo-American V8’s took turns to lead. At the flag, Alexander van der Lof had the advantage by a mere 0,163 seconds. However, Bergmans was awarded a time penalty for jumping the start which relegated him to third, behind Cees Kooij’s Porsche 904/6. Armand Adriaans came home fourth and was nearly passed by a storming Roland Zoomers, who had started his E-type from 33th. The top-6 was completed by Frits Campagne, who again won the touring car category. Shirley van der Lof came home ninth, enough to once again win her class.

Trainingen: Mini’s snel op natte baan
De Historische Zandvoort Trofee vormde het decor voor de eerste officiële wedstrijden om het Delta Lloyd Xclusief NK HTGT 2013. Maar liefst 55 namen stonden er op de inschrijflijst, waaronder een aantal debutanten. Tijdens de vrije trainingen op vrijdag was het weer al niet best, maar tijdens de kwalificatie was het zo mogelijk nog slechter. Het was glibberen en glijden geblazen op de drijfnatte baan, met rondetijden van tweeëneenhalve minuut en meer. De pole was voor de equipe Caresani/Kooij in de Porsche 904/6, gevolgd door Alexander van der Lof met de Bizzarini. De Porsches 911 hebben altijd goede tractie in de regen, Shirley van der Lof en Patrick Koel maakten daar optimaal gebruik van door de derde en vierde startplaats te bemachtigen. De grote verrassing van de kwalificatie was de vijfde plaats van debutant René de Vries in zijn hagelnieuwe Mini Cooper S, die op vrijdag de eerste meters had gereden. Hij voelde zich duidelijk als een vis in het water en troefde Bijleveld/Van der Ende (Ford Falcon) af als snelste toerwagen. Diverse andere Mini’s zaten ook voorin, Rob Rappange mocht starten van positie 7 en Ebdon/Watson van P8.
Er waren de nodige nieuwe gezichten en nieuwe auto’s op de baan te zien: “mr. Delta Lloyd” Bert Mets in een Mini Cooper, Alexander Schlűchter in een Lotus Cortina, HaPé Hamer die zijn MGB naar FIA specificatie heeft omgebouwd, Richard Evans was te gast met een Marcos 1800GT en Thomas Augustin debuteerde in de ex-Eiso Bergsma Mustang.

Race 1: Titanenstrijd Bergmans en Bijleveld
Op zaterdagmiddag is het fris maar droog op het moment dat rode licht uitgaat voor het veld van 43 auto’s. Alexander van der Lof is als eerste weg, maar de Porsche 904 komt hem al snel voorbij. Pk’s tellen nu en Martin Bijleveld pakt de derde plaats met de Ford Falcon, gevolgd door Rob Bergmans in de Iso Rivolta en Frits Campagne in zijn Falcon. Alex Korle (Lotus Elan) en Frank Romo (Mini) zijn de eersten di e een bezoek aan de pits brengen met een technisch probleem.
Rob Rappange weet zijn goede uitgangspositie op de droge baan vast te houden, hij rijdt met zijn Mini aan het hoofd van een rijtje Porsches, namelijk die van Shirley van der Lof, Patrick Koel en Theo van Gammeren. Daarachter nadert Armand Adriaans met de krachtige Shelby Cobra. Even verderop wordt Thomas Fritz (Lotus Cortina) geschaduwd door Jos Stevens (Lotus Elan), Frans van Maarschalkerwaart (BMW 1800) en Leo Landman (Lotus Cortina).
Bij het ingaan van de derde ronde heeft Van der Lof de kop overgenomen van Caresani. Dan volgen Bijleveld en Bergmans, terwijl Frits Campagne vecht om de vijfde plaats met Roland Zoomers (Jaguar E-type). Richard Evans verruilt het asfalt voor de grindbak van de Tarzanbocht. Met enige moeite wordt hij door de OCA-marshals vlotgetrokken. Hij kan nog enkele ronden verder, maar valt dan uit met een gebroken stuurstang. De gele vlaggen ter plaatse zullen later nog voor een aantal straffen voor ongeoorloofd inhalen zorgen.
Armand Adriaans heeft intussen het Mini-Porsche treintje achter zich gelaten, aan het hoofd waarvan Rappange nog steeds standhoudt.

Het gevecht van de race is de titanenstrijd tussen Bijleveld die zijn forse Falcon heel breed maakt en Bergmans die naarstig op zoek is naar een gaatje waar zijn toch ook niet klein bemeten Iso inpast. Bij het aanremmen van de Tarzanbocht weet de laatste uiteindelijk zijn blauwe bolide uiterst rechts naast de oranje Ford te zetten, maar om dat voor elkaar te krijgen moet hij net te laat remmen. Hij drift langzaam het zand aan de buitenkant van de bocht in, waardoor Bijleveld zijn derde plaats kan terugpakken. Even later moet de oranje Ford echter de pits in met een losgeraakt voorscherm en zo krijgt Bergmans de derde plaats alsnog on bezit.
Jos Stevens weet zich te ontrukken aan Thomas Fritz en gaat op jacht naar het Porsche-treintje, terwijl Leo Landman uitvalt met een gebrek aan oliedruk. Daarachter is het Wolfgang Schachinger (Ford Falcon) die de doorgang blokkeert voor Frans van Maarschalkerwaart, Bob Stevens (Triumph TR4) en Mark Dols (MGB).
De race nadert nu de eindfase, met Alexander van der Lof voor Caresani, Bergmans en Frits Campagne. Adriaans ligt inmiddels vijfde, gevolgd door Dirk Waaijenberg inde Ford Mustang. Deze top-6 zal de laatste twee ronden ongewijzigd blijven, maar daarachter wordt nog volop gestreden. Jac Meeuwissen (Austin Healey) en Christiaan Mulder (Porsche 911) hebben een spannend moment bij het aanremmen van de Tarzan. We zien Meeuwissen zwaar slingeren en uiteindelijk spinnen, maar er is gelukkig geen schade. Bob Stevens is op jacht naar Mini van Ebdon. Hij geeft iets teveel gas bij het uitkomen van de S-bocht, corrigeert het overstuur door gas los te laten, maar gaat dan in de rebound de andere kant op en raakt de bandenstapel naast de baan. De TR4 haakt erin en rolt langzaam over de kop, gelukkig zonder persoonlijk letsel. Rob Rappange moet zijn giant-killing act inde laatste ronde opgeven: een klep heeft het begeven en hij rolt langzaam over de finish. Zijn voorsprong is groot genoeg om toch de winst in CT07 te pakken, voor Roger Ebdon en René de Vries. Shirley van der Lof is de snelste van de Porsches 911 en wint GTS11, op 2,3 seconden voor Patrick Koel. Jos Stevens is de winnaar in GTS10 en Thomas Fritz in CT08.
Al met al een spectaculaire eerste race die veel belooft voor het vervolg. Helaas ook met een flink aantal uitvallers, behalve de al genoemde halen ook Jasper Izaks (Fiat Abarth), Roland Zoomers en Bert Mets de finish niet.

Race 2: Bergmans laat Van der Lof werken voor de winst
Van der Lof is opnieuw als snelste weg, en weet de Porsche 904/6, nu bestuurd door Kees Kooij, achter zich te laten. Rob Bergmans heeft echter grootse plannen, hij gaat Kooij voorbij en dringt bij het ingaan van de tweede ronde al stevig aan bij Van der Lof.
Jac Meeuwissen moet ondertussen een bezoek aan de pits brengen nadat zij Austin Healey is geraakt door de Falcon van Schachinger. Ook Frank Romo zoekt opnieuw de pits op. Na wat technische hulp kunnen beide heren weer verder.
Bij de derde doorkomst rijden Van der Lof, Bergmans en Kooij kort achter elkaar. Roland Zoomers is met zijn Jaguar E-type op weg naar voren, hij weet Schachinger’s Falcon op slimme wijze in de Hugenholtzbocht te passeren.
Bij het ingaan van de vierde ronde remt Bergmans weer bijzonder laat voor de Tarzanbocht. Van der Lof geeft hem ruimte en de blauwe bolide schuift met blokkerende wielen en gehuld in rookwolken naar de eerste plaats. Roland Zoomers passeert de Porsche 911 van Patrick Koel en ligt nu achtste, waarmee hij 25 plaatsen heeft goedgemaakt ten opzichte van zijn startpositie.
Frits Campagne wordt ondertussen bedreigd door Armand Adriaans, die met zijn Shelby Mustang op de achterbumper van de Ford Falcon hangt, maar er niet voorbij komt. Zoomers heeft Nykle Meijer’s Austin Healey en Dirk Waaijenberg in de Mustang het nakijken gegeven. Schachinger heeft intussen moeite om Theo van Gammeren (Porsche 911), Thomas Fritz (Lotus Cortina) en Jos Stevens (Lotus Elan) voor te blijven, maar hij weet de Falcon erg breed te maken.
In ronde 6 lukt het Alexander van der Lof om de blauwe Iso Rivolta weer te passeren. Nykle Meijer pakt de zevende plaats af van Dirk Waaijenberg en Jaap van de Ende pakt met zijn Falcon plaats 9 af van Shirley van der Lof (Porsche 911), terwijl Patrick Koel in de andere Porsche 911 moet opgeven. Er volgen meer uitvallers, Jos Stevens zoekt de pits op met een kapotte versnellingsbak, hetzelfde probleem dat ook Norbert Gross’ Falcon treft.
Bij het ingaan van de zevende ronde weet Adriaans uiteindelijk Frits Campagne te passeren. Achterin het veld vechten Mini rijders Klaas Span en Frank Romo een robbertje, waarbij ze de aansluiting met Gerrit Jan van Leenen (Lotus Cortina) steeds net niet weten te krijgen. Romo is aanvankelijk de snelste van het duo, tot Span hem spectaculair uitremt voor de Tarzanbocht.
Aan het eind van zevende ronde neemt Bergmans de leidende positie weer over. De wedstrijdleiding kent hem intussen een tijdstraf toe wegens te snel starten, maar hij noch Alexander van der Lof weten dat en dus duurt de strijd om de eerste plaats onverminderd voort.
Schachinger is nog steeds lastig te passeren met zijn slagschip, maar Fred Corporaal stuurt zijn vederlichte Lotus Elite met een bliksemactie binnendoor in de Tarzanbocht. De Oostenrijker vecht terug in de Gerlach- en de Hugenholtzbocht, maar uiteindelijk weet Corporaal hem af te schudden, waarna ook Frans van Maarschalkerwaart (BMW 1800TI) erlangs glipt.

Michel Lombard (Alpine A110) wordt geschaduwd door Tim Watson (Mini) en Ron Verzijlbergen (Fiat Abarth), terwijl Schachinger weer een nieuw konvooi leidt, deze keer bestaande uit Karen Campagne (Ford Mustang), Theo van Gammeren (Posche 911), Christiaan Mulder (Porsche 911) en Richard Evans (Marcos 1800). Daarachter volgt een MGB sandwich: Michel Oprey bevindt zich met zijn Shelby Mustang tussen Mark Dols en Hapé Hamer.Bij het ingaan van ronde 11 neemt Van der Lof met de gele Bizzarini de leiding weer over. Thomas Augustin (Ford Mustang ) en Rhea Sautter (Jaguar E-type)wisselen stuivertje, van der Ende pakt Shirley van der Lof en ook Watson en Verzijlbergen wisselen van plaats. Ronde 12 en Evans heeft zich naar voren gewerkt in een poging Schachinger aan te pakken. Hij is succesvol en weet met zijn Marcos zelfs nog twee man voorbij te gaan, van Maarschalkerwaart en Corporaal. Na 13 ronden valt de vlag en is het Alexander van der Lof die de overwinning pakt. Kooij wordt nipt tweede wanneer de tijdstraf bij Bergmans’ tijd is opgeteld. Adriaans is vierde, op 0,8 seconde voor de aanstormende Zoomers die ongetwijfeld liever had gezien dat de race nog een ronde langer had geduurd. Frits Campagne is zesde en wederom snelste bij de toerwagens, voor Nykle Meijer, Dirk Waaijenberg en Shirley van der Lof, die Jaap van der Ende weer heeft teruggepakt en opnieuw de GTS11 klasse wint. Ook verderop in het veld zijn er nog close finishes: Karen Campagne komt 0,3 seconden tekort op Schachinger, terwijl Ron Verzijlbergen een eindsprintje neemt dat hem op de streep 0,028 seconde voorsprong op Watson geeft. Tim Watson is echter best tevreden, want hij wint CT07, voor René de Vries en Klaas Span. Thomas Kargus (Lotus Elan) wint de GTS10 klasse en zijn naamgenoot Fritz is opnieuw de beste in CT08. De pechvogel van deze race en eigenlijk van het hele weekend is Bert Mets, die zijn Mini deze keer al na 1 ronde aan de kant heeft moeten zetten.

Chilly start of the season for NK HTGT at Hockenheim

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)

The Dutch historic racers travelled to their traditional starting point for the season, the Hockenheim Grand Prix circuit. The competitors in the Delta Lloyd Xclusief NK were craving for some warm spring weather, but the German hills didn’t oblige, with temperatures remaining on the chilly side. All the more reason for some serious heartwarming action on the track!

At the start of the first race, Michiel Campagne took the lead in his Chevrolet Corvette Grand Sport. Polesitter Georg Stummeyer lagged behind, but the Ford GT40 is the faster car and after three laps normal running order was resumed. Meanwhile, two guest drivers were battling for third, Germany’s Rainer Vorköper in an immaculate Jaguar E-Type low drag being just ahead of Swiss Michael Erlich, driving an equally goodlooking Bizzarini. Another Swiss, Urs Müller, was part of this fight for a while until he crashed, a repeat action of his performance in qualifying. Altough Ehrlich posted the faster laptimes, he couldn’t make it stick while battling on track. Not only did he let Vorköper get away, eventually he was also passed by Alexander Schlüchter’s in his rapid Lotus Elan. Dick Waaijenberg was sixth at the flag, having passed 30+ cars after starting at the back in his Shelby Mustang. First touring car driver home was Jaap van der Ende, after a race-long scrap with Frits Campagne, both driving a Ford Falcon. Bo Warmenius and Leo Landman were third and fourth in Lotus Cortina’s.
Race two got underway at 11 am on sunday. Campagne again was quickest away, and this time his lead was never threatened. The GT40 lost its fanbelt, making the Ford V8 overheat and forcing Stummeyer to retire. Campagne then built up a substantial lead on Vorköper. The German was having a hard time, as Ehrlich was determined that this time he would capitalize on his superior speed. Eventually he managed to pass the E-type, after several laps of trying. Vorköper then had to contend with Dick Waaijenberg and in the end had to yield again. The man of this race was Urs Müller, who had started at the back of the grid, his Lotus Elan’s bodywork taped back into shape. His progress ended in fifth place, ahead of Mathijs Bakker’s Corvette. Frits Campagne won the touring car battle from Bo Warmenius, Frans van Maarschalkerwaart (BMW 1800) and Rob Rappange (Mini Cooper).

Frisse seizoenstart voor NK HTGT op Hockenheim
Net als in eerdere jaren begonnen de historische racers van het Delta Lloyd Xclusief NK voor historische toerwagens en GT’s het seizoen met een non-championship race op de Grand Prix Strecke van Hockenheim. Terwijl wij Hollanders eind april toe zijn aan het voorjaar, is het in de Duitse heuvels meestal nog fris. Zo ook dit jaar, het kwik steeg maar moeizaam naar dubbele cijfers. Gelukkig zorgden een kleine 40 NK-coureurs voor hartverwarmende races tijdens de Jim Clark Memorial. Nog niet iedereen had de auto klaar zo aan het begin van het jaar, maar daar staat tegenover dat er in Duitsland altijd een legertje gastrijders paraat staat om de opengevallen plekken te vullen. Daaronder waren bijvoorbeeld Wolfgang Schachinger en Helmut Angleitner met een Ford Falcon, Walter Schneider met een Austin Healey 3000 mk 1 en een Engelsman genaamd Jim Clark met een Lotus Cortina, die zich wel gevleid moet hebben gevoeld met een heel evenement dat te zijner nagedachtenis. Een voor NK HTGT-begrippen zwaar bejaarde auto werd aan de start gebracht door Marco Ottens en Anja Maier, hun MG Magnette ZB toerwagen is van 1956 en valt in klasse CT03. Jasper Izaks reed in de Abarth van vader Henk, die er weer fris bijstond. Na de koprol op Zandvoort is de auto voorzien van een nieuw dak en een vers achterscherm. Diverse teams waren nieuwe of gereviseerde motoren aan het inrijden en uiteraard moesten er nieuwe sponsorstickers geplakt worden Kwalificatie
De kwalificatie vond plaats op vrijdag, wat voor een aantal deelnemers betekende dat ze deze moesten laten schieten wegens werkgerelateerde verplichtingen. Georg Stummeyer had maar vier rondjes nodig om een tijd van 2 minuut 2 op de klokken te zetten, ruim voldoende voor de pole. Michiel Campagne volgde op dik twee seconden. De derde tijd werd gezet door gastrijder Rainer Vorköper met een fraaie Jaguar E-Type low drag coupé. Het was goed om Urs Müller weer terug te zien na zijn onfortuinlijke excursie van vorig jaar. Met 2:06 was hij de snelste Lotus Elan, maar ook deze keer eindigde de Zwitser zijn sessie in de grindbak. Alexander Schlüchter volgde op plaats vijf met zijn bekende babyblauwe Lotus. De zesde tijd werd gezet door nog een Zwitser, Michael Erlich met een schitterende rode Bizzarini. Hij leidde een rijtje V8’en, want Matthijs Bakker (Corvette), Dick en Jur van Amsterdam (Shelby Daytona), Bijleveld/van der Ende (Falcon) en Frits Campagne maakten de top-10 vol.
Opvallend afwezig waren kampioenen Gross en Perry, die een tik in hun vers gebouwde 289 Ford motor hoorden. Jos Stevens had last van spontaan in brand vliegende bougiekabels, geen aanrader in een plastic auto, en Ebdon en Watson hadden weliswaar een verse motor gemonteerd, maar konden toch ook weer aan de slag met het gebruikelijke ritueel: kop eraf.Race 1
Het was nog wel erg vroeg op zaterdag, half 10, toen het NK HTGT veld zich klaarmaakte voor de eerste race. Dat was vooral jammer voor het nog niet aanwezige publiek, want het NK HTGT is één van de smaakmakers als het gaat om actie op de baan. Bij de start pakte Michiel Campagne de leiding in zijn Chevrolet Corvette Grand Sport. Polesitter Georg Stummeyer had het nakijken, maar de Ford GT40 is uiteindelijk de snellere auto en na drie ronden stelde de Duitser orde op zaken. Om de derde plaats werd gestreden door Rainer Vorköper met de E-Type low drag en Michael Erlich met de Bizzarini. Aanvankelijk bevond ook de Zwitser Urs Müller zich in dit gezelschap, maar hij crashte zijn Lotus Elan wederom. Hoewel Ehlich de snellere tijden liet noteren, moest hij in de strijd op de baan uiteindelijk zijn meerdere erkennen in Vorköper. Ook Alexander Schlüchter met zijn kleine Lotus Elan wist hem op de valreep nog te verschalken. Op de zesde plaats eindigde na een knappe inhaalrace oude rot Dick Waaijenberg met zijn Shelby Mustang. Hij had niet getraind en was achteraan gestart. Op de zevende plaats eindigde Mathijs Bakker in de gele Tachyon-Corvette. Het toerwagenklassement werd gewonnen door Jaap van der Ende na een racelange strijd met collega-Ford Falcon-piloot Frits Campagne. Bert du Toy van Hees maakte de top-10 vol, na een moeizame start waarbij hij terugviel naar plaats 18. Hij reed nog niet in zijn nieuwe Lotus Elite, maar in de van Jos Stevens geleende Elan. Constant stuivertje wisselen was het tussen Nico Zonneveld (Morgan +4SS), Bo Warmenius (Lotus Cortina) en Bas Jansen (Austin Healey). Uiteindelijk was Jansen de snelste, terwijl Zonneveld nipt voor Warmenius eindigde. Zonneveld (GTS11) en Warmenius (CT08) wonnen allebei hun klasse, dus er waren tevreden gezichten bij alle drie de heren. Een ander strijdend trio bestond uit Jac Meeuwissen (Austin Healey), Leo Landman (Lotus Coritna) en Dick van Amsterdam (Shelby Cobra). Van Amsterdam wist zich uiteindelijk los te rijden, terwijl Landman op de streep 1/10e voor Meeuwissen finishte.
Onder de vijf gestarte Lotus Elans waren er drie die last hadden van “Lotus of trouble, usually serious”: Müller bezocht als gezegd de grindbak, Thomas Kargus kreeg een kapotte aandrijfas en Jos Stevens had weer last van vuurwerk onder de kap. Ook in het Mini-kamp vond een slachting plaats: Klaas Span maakte slechts vier rondjes vol, voor Ebdon/ Watson viel na vijf doorkomsten het doek. Rob Rappange had last van een transmissie die regelmatig uit de versnelling schoot, maar dat weerhield hem er niet van om de klasse te winnen, op ruime voorsprong voor FrankRomo. Eiso Bergsma werd door de officials beschuldigd van een jumpstart, Dat bericht bereikte hem pas achteraf en hij reed dan ook lekker door. Dat resulteerde dan weer in diskwalificatie, maar Eiso lachte het laatst, want direct na de race verkocht hij zijn Mustang. Race 2
Ook op zondag was er geen gelegenheid tot uitslapen, want om 11 uur was het tijd voor race twee. Op zich niet vervelend, want op tijd naar huis is ook fijn. Nieuw op de grid waren Bart Jan Deenik (Ford Falcon), die zijn in de kwalificatie doorboorde radiateur provisorisch gerepareerd had en Michel Lombard (Alpine A110). Opnieuw was Michiel Campagne als snelste weg, maar deze keer konde GT40 hem niet bedreigen. Een afgelopen V-snaar maakte dat de Ford V8 warmliep en Stummeyer de auto aan de kant moest zetten. Campagne kon zodoende een flinke voorsprong opbouwen op Vorköper. Die had het op zijn beurt zwaar, want Ehrlich was vastberaden om zijn snelheid deze keer te benutten. Na enkele ronden wist hij de E-type inderdaad te passeren. Vorköper kreeg daarna Dick Waaijenberg achter zich aan en ook die ging er voorbij. De mooiste inhaalrace kwam deze keer van Urs Müller, die met zijn opgelapte Lotus Elan achteraan gestart was. Hij wist in de laatste ronde Mathijs Bakker te passeren en eindigde zodoende op een sterke vijfde plaats. Jur van Amsterdam stuurde de Shelby Cobra naar plaats zeven, op ruime afstand voor Schlüchter.
In CT10 was Frits Campagne deze keer de afgetekende winnaar met een negende plaats overall. Deenik’s koelsysteem hield het maar vijf ronden vol en Martin Bijleveld had last van een stotterende motor. Zo bleef alleen Angleitner nog over, maar die eindigde in de achterhoede. Bo Warmenius was de tweede toerwagen aan de finish en won wederom CT08, terwijl Frans van Maarschalkerwaart (BMW 1800) en Rob Rappange (Mini Cooper) de plaatsen drie en vier in het “tin top”-klassement claimden. Nico Zonneveld maakte de top-10 vol en won wederom GTS11. Jac Meeuwissen was deze keer de snelste Healey-rijder, hij finishte een krappe seconde voor Nykle Meijer. Jasper Izaks, Bert du Toy van Hees en Egbert Kolvoort (MGB) haalden de finish niet.