Raceverslag HGP Zandvoort
Kwalificatie: het was nat!
Vanaf de opstelplaats was de spray van de historische F1-auto’s goed te zien. De SuperSixties kwalificatie zou nat zijn! De sessie begon ook 30 minuten te laat, omdat er eerst een paar F1-auto’s moesten worden weggetakeld. Terwijl de meeste coureurs hun draai nog probeerden te vinden, zette Olivier Hart in de Cobra Daytona een verbluffende ronde van 2:20 neer om de pole voor zich op te eisen. Hij startte echter vanaf rij 2 als gevolg van een straf voor het negeren van gele vlaggen. Andy Newall in de E-type reed een tijd van 2:21, wat betekende dat hij in race 1 vanaf pole zou starten. Jop Rappange reed de derde tijd in de Porsche 904-6, terwijl Manfredo Rossi Di Montelera vierde werd in de Shelby Mustang GT350, maar ook hij kreeg 3 plaatsen straf. Hetzelfde overkwam Jaap Sinke in de ex-fabrieks Sebring Big Healey van Jetze Visser, waardoor hij van de 5e naar de 8e plaats zakte. Roelant de Waard (Shelby Mustang GT350) nam de 4e plaats over en Peter Brouwer de 5e. Peter was met afstand de snelste van de Lotus Elans, maar deed zijn reputatie van “hardest working man in showbusiness” eer aan, Hij wilde nog sneller, spinde voor de Tarzanbocht en raakte de muur. Werk aan de winkel dus voor Peter de monteur om alles te repareren voor de race. Thijmen de Vries lag op koers om de snelste van de toerwagens te worden, totdat zijn motor ermee ophield. Het was echter nog steeds een Mini Cooper S vooraan, met René de Vries achter het stuur. De tweede snelste TC was de Lotus Cortina van Daniel Quintero en Peter Reynolds. Jack van der Ende was de vierde snelste toerwagenpiloot in de Ford Falcon. In GTS11 is een Porsche 911 de auto die je moet hebben als het regent. Thijs van Gammeren was de snelste, voor Erwin van Lieshout, met Holger Felske als derde in de eerste van de MGB’s. Het was geweldig om de Van der Lof Ferrari 250 SWB op de baan te zien (en te horen), Alexander kwalificeerde hem als 13e. Kennet Persson had een moeilijke kwalificatie, hij raakte bijna de muur en eindigde slechts als 20e in de Ford GT40. De TVR Griffith van Charles Allison en Peter Thompson presteerde evenmin goed, waardoor ze slechts 29e werden. Van deze twee was te verwachten dat ze in de race naar voren zouden stormen, mits het droog zou blijven.
Race 1: Hart hard op weg
Bocht 9 speelde een grote rol in de SuperSixties-race van zaterdag. Toen de lichten op groen sprongen, verloor Olivier Hart aanvankelijk van Andy Newall in de Jaguar E-type, maar hij kwam al snel aan de leidin. Jop Rappange lag derde in de Porsche 904-6, maar moest hard werken om bij te blijven. René de Vries wist bij de start alle andere toerwagens voor te blijven, maar de Mini Cooper werd rap ingelopen door Quintero in de Lotus Cortina, met de razendsnel gestarte Jack van der Ende in de Ford Falcon niet ver daarachter. Nog sneller ging Carlo Hamilton in zijn Falcon, maar net toen we dachten dat hij de V8 eindelijk goed aan de praat had gekregen, begaf de auto het in bocht 9. Hoewel de auto op een tamelijk veilige plek stond, besloot de wedstrijdleiding de Safety Car in te zetten. Het duurde erg lang om de Falcon weg te slepen. Dit had de race interessanter kunnen maken, ware het niet dat er een rits achterblijvers tussen Olivier Hart en zijn achtervolgers zat. Bij de herstart lag de Cobra dus nog verder voor, terwijl een aantal gefrustreerde coureurs zichzelf geen dienst bewees door in te halen voor de Safety Car-lijn. Kennet Persson in de Ford GT40 (als 20e gestart) en Peter Thompson in de TVR Griffith (vanaf de 29e plaats) hadden zich inmiddels een weg naar voren gebaand en er ontstond een spannende strijd om de tweede plaats. Met 45 auto’s op de baan werden er deelnemers op een ronde gezet. In een poging om aansluiting te houden, toucheerde Jop Rappange een achterblijver. De Porsche verloor zijn voorklep, die in Bocht 9 op de ideale lijn terechtkwam. Dit leidde tot een nieuwe Safety Car-periode, die helaas duurde tot de finishvlag. Zo eindigde de race met iedereen op een kluitje. Combineer je dit feit met niet minder dan 12 tijdstraffen, dan krijg je een uitslag die flink afwijkt van de finishvolgorde op de baan….
Achter de onbetwiste winnaar Olivier Hart werd Andy Newall als tweede geklasseerd en Peter Thompson pakte de derde podiumplek. De vierde plaats ging naar Manfredo Rossi de Montelera in de Shelby GT350 met Alexander van der Lof in Ferrari SWB op een sterke vijfde plaats. Peter Brouwer won GTS10, zesde algemeen, met Luc de Cock in een andere Elan niet ver daarachter, hoewel de Kenneth Persson met zijn straf tussen deze twee in de uitslag belandde. Roelant de Waard trof het nog slechter, zijn straf van 5 seconden wierp hem terug naar de 9e plaats. In GTS11 werd Theo van Gammeren gehinderd doordat zijn “arm restraint” vast kwam te zitten in de stoelgeleider van de Porsche 911. Het duurde even voordat hij zichzelf kon bevrijden. Erwin van Lieshout pakte de klasseoverwinning in zijn 911, Holger Felske werd tweede in de MGB en Theo redde werd nog derde plaats. Dankzij een late inschrijving van Lucas Astorian hadden we twee Lotus Elites in de race, maar het was oude rot Alexander Schlüchter die de klassewinst pakte. Omdat de Porsche 904 uitviel, ging Chas Mallard met de Ginetta G4R aan de haal met de winst in de kleine GTP-klasse. Bij de toerwagens ging de overwinning naar Jack van der Ende in de Ford Falcon, met Henk van Gammeren in eenzelfde auto op plek twee, met dank aan een tijdstraf voor Abraham Bontrup in de Mustang. Daniel Quintero kreeg ook een tijdstraf, maar won toch CT08, voor Allan Thom en Hanna Grade, allemaal in Lotus Cortina’s. De Mini-klasse was een De Vries familieaangelegenheid, René pakte de overwinning met 2,9 seconden voorsprong op Thijmen, met Bert Mets op enige afstand daarachter als derde.
Race 2: Een vlammend einde van een geweldig weekend
Olivier Hart herhaalde zijn eerdere prestatie door opnieuw een dominante overwinning te behalen in de afsluitende race, aan het stuur van de DHG Cobra Daytona. Rhea Sautter wist nog een tijdje de tweede plek vast te houden in haar mintgroene E-type, tot Kennet Persson de leiding overnam in de Ford GT40. Peter Brouwer maakte een geweldige start en lanceerde zijn Lotus Elan naar de derde plaats, waarna hij in een duel verwikkeld raakte met Manfredo Rossi (Shelby GT350) en Luc de Cock (Lotus Elan). Rossi’s banden oprokende late remmanoeuvres zagen er spectaculair uit, maar de behendige Lotus Elans konden hem steeds weer passeren. De Cock slaagde er meerdere keren in om voor Brouwer te komen, maar Brouwer zegevierde uiteindelijk. Hij werd vierde in het algemeen klassement, want de traag op gang komende Charles Allison in de TVR Griffith hij passeerde het strijdende trio en pakte de laatste podiumplek. Rossi zakte door zijn remacties naar de zevende plaats achter Alexander van der Lof in de Ferrari SWB. Hij kreeg geen kans meer om de zaak recht te zetten, toen de Ginetta van Nigel Winchester vlamvatte in de laatste bocht. Netjes parkeren was geen optie, meteen uitstappen was het devies. Zodoende stond de auto op een zeer gevaarlijke plek. De wedstrijdleiding had geen andere keuze dan de rode vlag uit te hangen. Met minder dan 5 minuten op de klok zou de race niet meer hervat worden. In ronde 9 had Thijs van Gammeren Erwin van Lieshout ingehaald, waardoor de twee Porsches de eerste twee plaatsen opeisten in GTS11. Brian Lambert werd gedurende de hele race geschaduwd door Holger Felske en pakte de derde plaats in de klasse en de eerste van de MGB’s. Lucas Astorian was de enige starter in GTS04 in zijn prachtige Lotus Elite en reed een constante race, waarbij hij zijn rondetijden met bijna 2 seconden verbeterde. De meest verbeterde coureur was echter Søren Christensen in de gele Ford GT40, hij schaafde 5 seconden van zijn beste tijd van zaterdag af! Bij de toerwagens leidde Jaap van der Ende in de oranje Falcon, maar het was Bram Bontrup in de DHG Mustang die hem inhaalde en de overwinning opeiste. Peter Reynolds kwam als tweede toerwagen aan de meet in de CT08 winnende Lotus Cortina, terwijl van der Ende Henk Van Gammeren in zijn nek had hijgen toen de race werd gestopt. Carlo Hamilton had wederom snelle rondetijden neergezet in de lichtblauwe Falcon, maar ook deze keer hield de motor ermee op, hoewel hij 50% meer ronden aflegde dan op zaterdag. Tweede en derde in CT08 waren Allan Thom en Magnus Lillerskog, beide in een Lotus Cortina. In CT07 reed René de Vries het grootste deel van de race aan de leiding, maar zoon Thijmen lag voor toen het telde, met Bert Mets opnieuw als derde in de klasse, allemaal in een Cooper S.
De Historic Grand Prix was een memorabel weekend, geholpen door het prachtige weer, de soepele organisatie, het enthousiaste publiek en de feestelijke sfeer. Met 45 auto’s was SuperSixties de best bezette klasse van deze Historic Grand Prix. Met dank aan alle rijders en gastrijders, bedankt voor jullie deelname en kom snel nog eens terug!
Volledige uitslagen: https://www.supersixtiesracing.com/wp-content/uploads/2024/06/Results.pdf
Meer uitslagen: https://raceresults.nu/Results/organisator/2024?evenement=Circuit+Zandvoort&race=Historic+Grand+Prix+2024
De stand: https://www.supersixtiesracing.com/wp-content/uploads/2024/06/Standings-Zandvoort.pdf
Meer nieuwtjes uit Zandvoort lees je in SuperSixties Magazine 2024#3: https://www.supersixtiesracing.com/supersixties-zandvoort-magazine-v2/