Lucky Luyendyk

(voor Nederlands even naar beneden scrollen)
Former Indy 500 winner Arie Luyendyk made clever use of yellow flags to take the win in the sunday’s round of the Delta Lloyd Xclusief Dutch historic championship.
On saturday, Luyendyk had to give best to Graham Wilson, who squeezed his Lotus Elan past the expensive Bizzarini. Kees Kooij/Roman Caresani (Porsche 904/6) did not feature at the front, after Kooij spun on the first lap and lost a lot of time. Georg Stummeyer (Ford GT40) led the first part of the race, only to be given a drive through penalty for an infringement when the Safety Car was deployed. Luyendyk and Wilson profited, while Rob Bergmans moved up into third in his Iso Rivolta. The touring car class was won once again by Frits Campagne, who brought his Ford Falcon home a second ahead of Matthijs Bakker in a similar car. GTS11 was won by Nico Zonneveld, the Porsche 911’s unable to follow the pace of his Morgan +4ss. The small car class was won by Rob Rappange in a Mini Cooper S, ahead of Ron Verzijlbergen in a Fiat Abarth.
On sunday afternoon Wilson again looked ready to pounce, but Luyendyk was now more accustomed to the Bizzarini and managed to stay ahead, clevery overtaking backmarkers at just the right moment. With 50 cars on track and a race duration of just 25 minutes, Caresani and Stummeyer ran out of time to catch up with the leaders. Frits Campagne ruined his chances with an overambitious outbraking manoeuvre into Tarzan, taking fellow Ford Falcon driver Martin Bijleveld with him into the gravel trap. This handed the laurels in the touring car class to Dirk Waaijenberg in a Ford Mustang, ahead of Leo Landman in a Lotus Cortina. Shirley van der Lof gave extra shine to the “50 years of the Porsche 911”-celebrations by winning GTS11, ahead of Joep Westerveld in the Marcos 1800. Verzijlbergen beat all the Mini Coopers in his Fiat Abarth 1000.

Volle bak in vrije training en kwalificatie
Dat de Classic GP het populairste evenement op de kalender is, bleek wel uit de 55 deelnemers en vier reserves die op de startlijst stonden. Toch dunde het veld al snel uit en kon uiteindelijk de laatste reserve, niemand minder dan Egbert Kolvoort zelf, ook aan de race deelnemen.
Voor de V8-rijders van het merk Ford zou het een zwaar weekend worden. Dat begon al tijdens de technische keuring, want de keurmeesters namen het Detroit Iron stevig op de korrel. Dat werd Armand Adriaans fataal, zijn nokkenastrein bleek van een te nieuwe specificatie en hij werd uitgesloten van verdere deelname. In de vrije training ging het verder. Frans van Maarschalkerwaart heeft zich een Shelby Mustang aangeschaft, maar de motor miste vermogen en hij bleef de rest van het weekend noodgedwongen aan de kant. Maar het was niet alleen Ford-ellende: ook Onno Vlaanderen kon vroegtijdig naar huis, de Porsche-motor van zijn Apal had lagerschade opgelopen.
In de kwalificatie vielen er nog meer slachtoffers. Hans Hugenholtz had al een probleem met zijn Ford GT40 en nu begaf ook zijn Shelby Mustang het. Jip van Putten had eenzelfde Shelby gehuurd en ook die gaf de geest, hij switchte daarom voor de race naar de Tachyon-Corvette. Wolfgang Schachinger bracht een Ford Mustang mee die hij zou delen met regerend kampioen Norbert Gross, maar de auto liep een lekke koppakking op en de Oostenrijks-Duitse equipe kon de racewagen onverrichter zake opladen. Zo ontstond er plek voor alle vier de reserverijders.
Na 25 minuten kwalificeren op een drukke baan was het Georg Stummeyer met de Ford GT40 die de pole had gezet. Op de tweede plaats volgde gastrijder Arie Luijendijk, die voor deze gelegenheid de Bizzarini 5300 GT van Alexander van der Lof bestuurde. Een historische GT is geen Indycar, maar toch wist Arie er een tijd van 2:03 uit te persen. Daarachter volgden de snelle Brit Graham Wilson in een Lotus Elan, Rob Bergmans met de Iso Rivolta, Jos Stevens in alweer een Elan en de equipe Caresani/Kooij in de zescilinder Porsche 904. Vervolgens kwamen de eerste toerwagens: Martin Bijleveld/Jaap van de Ende, Frits Campagne en Matthijs Bakker/Mark Kroes. Drie Ford Falcons binnen iets meer dan een seconde, dat beloofde een mooie strijd. Nico Zonneveld in de Morgan en Joep Westerveld in de Marcos, de snelsten in GTS11, volgden op enkele tienden.

Race 1: Wilson gewiekst
Het netjes opstellen van meer dan 50 auto’s is niet zo eenvoudig, en het gevolg was een startgrid die achterin tamelijk rommelig was. Niettemin besloot men dat het goed was en begon met de opwarmronde. Aan het eind daarvan zocht Martin Bijleveld de pits op. Hij had de remdruk versteld, maar had de verkeerde kant op gedaan. Even terugdraaien was voldoende, maar zo werd startplaats 8 wel startplaats 52. Gösgens / van Lieshout troffen het nog slechter, hun Porsche maakte niet eens de opwarmronde vol.
Bij het uitgaan van het rode licht was Stummeyer als snelste weg, voor Luijendijk en Bergmans. Kees Kooij was iets te gretig om de aansluiting te behouden en maakte op zijn koude banden een halve draai in de Hugenholtzbocht. Dwars op de baan met de neus naar de ideale lijn kon hij geen kant op. Hetzelfde gold voor Joep Westerveld, die de achterkant van de Porsche toucheerde, en Thomas Kargus die met zijn Lotus Elan klem stond. Even later zat ook Bob Stevens met de Triumph TR4 in de val. De rest kon er min of meer langs, al ging dat niet altijd zonder kleerscheuren. De wedstrijdleiding besloot de Safety Car in te zetten, maar net op het moment dat die de kop oppikte, kwam Kooij weg en was de baan weer vrij. Westerveld reed naar de pits, hij kon zijn race na wat plakwerk aan de neus vervolgen.
Na een rondje in ganzenpas werd het veld weer losgelaten, maar de vreugde was van korte duur. Mark Dols raakte op de heuvel voor het Scheivlak met een wiel naast de baan en kon de daaropvolgende slip van zijn MGB niet meer corrigeren. De MG stak schuin over en toucheerde de bandenstapels aan de binnenkant van de bocht, waarna hij twee keer over de kop rolde. Opnieuw werd de Safety Car ingezet, maar dat ging deze keer iets minder soepel. Nadat Dols, die ongedeerd was, en zijn MG, die dat niet was, in veiligheid waren gebracht, werd de race vrijgegeven. Met nog acht minuten te gaan kon er eindelijk geracet worden. Het leek een gemakkelijke overwinning voor Stummeyer te gaan worden. De wedstrijdleiding besloot echter anders en gaf hem een Drive Through voor het inhalen van de Safety Car. Zo kreeg Luijendijk de leiding, op de hielen gezeten door Bergmans, met Wilson daar weer 1,6 seconde achter. Daarop volgden Campagne, Stevens en Bakker. Ronald Zoomers vond zijn Waterloo in de….Arie Luijendijkbocht, met een afgebroken naaf van de Jaguar E-type.
In de achtste ronde haalde Graham Wilson alles uit de kast. Eerst passeerde hij Bergmans, daarna pakte hij ook Luijendijk, die toch wat voorzichtig was met de kostbare Bizzarini. Daarachter waren het nog steeds Campagne, Stevens en Bakker. Jip van Putten baande zich op niet altijd even subtiele wijze een weg naar voren in de bulderende Corvette Stingray en meldde zich achteraan de top-10. De strijd in CT08 ging tussen Alexander Schlüchter en Leo Landman, waarbij de Duitser deze keer de snellere Lotus Cortina bestuurde. Rob Rappange was weer ontsnapt in de Mini-klasse, terwijl Roger Ebdon’s Cooper verschalkt werd door de nog kleinere Fiat Abarth 1000 van Ron Verzijlbergen. In GTS11 had Nico Zonneveld met zijn Morgan een ruime voorsprong op de Porsche 911-brigade onder leiding van Thijs van Gammeren. Daarachter leverden Chris Mulder en Shirley van der Lof een mooie strijd, waar ook Jac Meeuwissen met de Austin Healey zich in mengde. Overal in het veld werd geknokt, zelfs om de laatste plaats tussen Mike van Thiel in de Mini en Horst Kukemüller in de Alfa Giulietta Sprint.
Helaas duurde het spektakel maar kort, na 10 ronden werd Wilson als winnaar afgevlagd, met publieksfavoriet Luijendijk als tweede. Daarna volgden Bergmans en de winnaar bij de toerwagens, Frits Campagne. Matthijs Bakker had in een alles-of-niets poging om hem te achterhalen teveel van zijn V8 gevergd, waarbij een stoterstang via het klepdeksel de motor verlaten had. Weer een Ford minder in het veld. Jos Stevens zat daar eigenlijk nog tussen, maar hij kreeg straf voor een jumpstart en kelderde naar plaats 9, altijd nog goed voor maximale punten in GTS10. Jip van Putten reed de beste inhaalrace, hij rukte op van positie 50 naar plaats 8, maar Bijleveld deed het niet veel slechter, vanuit de pits naar plaats 13. Nico Zonneveld won GTS11, voor van Gammeren en Mulder. CT08 was voor Schlüchter, voor Landman en Onno Zuidema in de Ford Cortina GT. In CT07 won Rappange, voor Ebdon en René de Vries. En de rode lantaarn? Die wist Kukemüller een rondje voor het eind over te doen aan van Thiel.

Race 2: Lucky Luijendijk
Op zondag wilde het talrijke publiek Arie Luijendijk graag zien winnen. Zijn uitgangssituatie was niet slecht, want de twee snelste concurrenten moesten op achterstand beginnen: Roman Caresani met de Porsche 904/6 op plek 29 en Georg Stummeyer met de Ford GT40 zelfs helemaal achteraan. Met slechts 25 minuten racetijd zouden zij hard moeten werken om de kop te bereiken. Maar zaterdagwinnaar Wilson was er ook nog en moest in staat worden geacht om zijn kunstje te herhalen, ook al was hem nu duidelijk dat zijn tegenstander tweevoudig Indy 500-winnaar was. Ook Bergmans had plannen om voor de winst te gaan.
Wilson was inderdaad het snelste weg bij de start, maar het was Luijendijk die als eerste de Tarzanbocht inging. Bergmans zat er goed bij en nam achterop het circuit de tweede plaats van Wilson over. In de grote toerwagenklasse was de strijd meteen in volle gang, Frits Campagne leidde Dirk Waaijenberg (Ford Mustang), terwijl Jaap van de Ende met de oranje Falcon aansloot op plaats 6. Daar pal acher zat Jip van Putten met de Corvette. Zonneveld leidde GTS11, voor van Gammeren, Mulder en van der Lof, terwijl ook Jos Stevens zich in dat groepje bevond. Daarachter kwam Caresani, die in de eerste ronde 16 plaatsen goed had weten te maken.
Rob Rappange was met zijn Morris Cooper S weer gestart als een raket, hij zat pal achter Schlüchter’s Lotus Cortina, maar helaas vergde hij teveel van zijn motor, die het in een grote rookwolk begaf. De Mini’s hadden het zwaar, want ook Timo Span moest de pits in met een kapot spruitstuk. Jochem Kentgens heeft geen gelukkig seizoen, zaterdag had hij slechts zes ronden kunnen racen in zijn Morgan +4, deze zondag was het er slechts één. Ook Roland Zoomers moest zijn auto al na een ronde aan de kant parkeren.
Ronde drie en Bergmans deed een dappere poging, maar de grote Iso Rivolta kwam tekort op de Bizzarini. Bovendien moest hij zich Wilson van het lijf houden. Frits Campagne had nu Jip van Putten achter zich, die een welkome buffer vormde naar Waaijenberg, terwijl van de Ende daarachter zijn handen vol had aan de oprukkende Caresani. Jos Stevens ging Nico Zonneveld voorbij, terwijl Shirley van der Lof en Chris Mulder naast elkaar door de Hugenholtzbocht gingen. Tim Watson leidde nu de Mini-klasse voor René de Vries, Bert Mets en het strijdende duo Romo-van Thiel.
In de vierde ronde had Luijendijk wat ademruimte omdat Bergmans zijn handen vol had aan Wilson. Caresani lag inmiddels vierde, maar zijn rondetijden waren niet snel genoeg om de kop te kunnen bedreigen. De spectaculair driftende van Putten was nu los van het Ford-treintje Campagne-van de Ende-Waaijenberg dat op de hielen werd gezeten door Stevens en Zonneveld.
Verderop zagen we de Lotus Elans van Thomas Kargus en Lars Bondesson in close formation met Alexander Schlüchter en de oprukkende Marcos van Joep Westerveld. De ongeduldige Westerveld toucheerde even later de Cortina, die de pits op moest zoeken met een ontzette achteras. Het begon sowieso op een afvalrace te lijken, want ook Bert Mets, Jac Meeuwissen en het volledige Alfa-contingent bestaande uit Jurriaan Schouwenburg en Horst Kukemüller moesten opgeven.
In GTS11 was er van alles gaande: Zonneveld was uitvaller nummer 10 van de race, waardoor van Gammeren de leiding in de klasse in handen kreeg. Niet voor lang echter, want Shirley van der Lof had Mulder afgeschud en begon aan te dringen bij de blauwe Porsche. Mulder had het op zijn beurt weer aan de stok met Westerveld, die Kargus en Bondesson voorbij was gegaan.
Met nog tien minuten te gaan was Stummeyer opgerukt naar de vijfde plaats. Ondanks dat hij de ene na de andere snelste ronde van de wedstrijd zette, was zijn achterstand op de koplopers te groot om nog een rol van betekenis te kunnen spelen. Bergmans moet ondertussen iets lossen en gaf de derde plaats over aan Caresani. Jos Stevens was er eindelijk in geslaagd om Frits Campagne voorbij te gaan. In een onbewaakt moment liet die ook concurrent van de Ende voorbij, iets wat hij poogde recht te zetten door extreem laat te remmen voor de Tarzanbocht. Helaas mislukte zijn uitremactie en kwamen beide Ford Falcons in de grindbak terecht. Voor van de Ende was het einde race. Campagne was redelijk vlot weer weg, maar kreeg voor zijn actie een halve minuut straf.
Dit alles leverde een gele vlag-situatie op waar Luijendijk handig gebruik van maakte, door net voor Wilson langs een achterblijver te glippen. Wilson moest van het gas en kon in de laatste ronden geen nieuwe aanval meer plaatsen, zodat Luijendijk relaxed naar de overwinning kon sturen. In plaats daarvan kwam de Brit nog onder vuur te liggen van Caresani, die hem toen de vlag viel was genaderd tot op 0,2 seconde. Stummeyer werd vierde, voor Bergmans, van Putten, Stevens en Waaijenberg, die de winst in CT10 opstreek. Shirley van der Lof gaf glans aan het “50 jaar Porsche 911”-feestje door de GTS11-klasse te winnen. Ze was van Gammeren gepasseerd en wist Joep Westerveld in de Marcos 1800 nipt voor te blijven.
In de laatste vijf minuten was er nog volop actie. Huib Mars reed voor collega-Healey piloot Nykle Meijer en Edwin Dijkman (MGB), maar maakte een foutje waardoor beide heren erlangs konden. Zo pakte Meijer de derde plaats in GTS12. Romo en van Thiel waren nog steeds in gevecht en gaven invulling aan het aloude spreekwoord “ To finish first, first you have to finish”. Na 8 ronden moest René de Vries namelijk zijn Cooper S parkeren met een benzinelek en in de negende ronde gaf ook het oranje Mini’tje van Tim Watson er de brui aan. Van Thiel kwam zodoende zegevierend over de finish in CT07, op 0,3 seconde gevolgd door Romo. Bert du Toy van Hees (Lotus Elite) drong aan bij Landman, totdat hij last kreeg van benzinegebrek. Landman was de winnaar in CT08 met zijn Lotus Cortina. Gerrit Jan van Leenen had lange tijd de tweede plaats in handen, maar ook hij moest de pits in, in zijn geval met een kapotte oliepomp. Dat gaf de tweede plaats in CT08 in handen van Cees Vis (Ford Cortina GT), voor Alex Korle (Lotus Cortina).
Zo kwam er na 12 enerverende ronden een einde aan een mooie NK HTGT race die nu eindelijk eens niet onderbroken werd door een Safety Car. Het publiek had genoten en was tevreden met de overwinning van hun idool, getuige de luide toejuichingen “Arie, Arie” vanaf de tribune. De coureurs kunnen terugkijken op een mooi weekeinde, hoewel er ook een record aantal uitvallers was. Aan een flink aantal auto’ s zal dus driftig gesleuteld moet worden om bij de laatste races in Dijon weer fris aan de start te kunnen staan.