Action packed NK HTGT races at the Spa Summer Classic

Spa Francorchamps once again played host to the Delta Lloyd Xclusief Dutch Championship for historic touring cars & GT’s. Over 50 drivers competed and tested their material to and sometimes beyond the limit. This started in qualifying when Tim Summers’ Cobra suffered a mechanical defect on his Cobra, causing it to roll violently at the fast Blanchimont corner. The car caught fire and Summers was transferred to hospital for observation. Fortunately he was OK and discharged shortly afterwards.
The first race was won by Michiel Campagne in the Chevrolet Corvette Grand Sport, after a fight over several laps with Georg Stummeyer in his Ford GT40. Stummeyer had to retire one lap before the end of the race with a mechanical defect. A strong second place was taken by the German Count Markus von Oeynhausen in a Jaguar E-type, while Alexander van der Lof came third in a Bizzarini 5300. Jaap van de Ende led the touring car class for most of the race in his Ford Falcon Sprint,until his right front wheel broke off the car. This handed the win to reigning champion Norbert Gross in another Ford Falcon.
With Stummeyer unable to start, Campagne was the clear favourite for sunday’s race. Count von Oeynhausen had other plans and immediately took the lead form the rolling start. He managed to put some distance between him and the Corvette and was safe in the lead when Campagne came under threat from Van der Lof. On lap 5, Van der Lof managed to take over second place, but Campagne fought back. However, Van der Lof had now knew what tot do, and launched another succesful attack on the last lap. The touring car class was won by Steve Perry, Gross’ teammate, ahead of Frits Campagne, both driving Ford Falcons.

 

NK HTGT op Spa-Francorchamps
De Spa Summer Classic verwelkomde voor het derde jaar in successie de deelnemers aan het Delta Lloyd Xclusief Nederlands Kampioenschap voor historische toerwagens en GT’s. Het Grand Prix circuit in de
Ardennen is populair bij de rijders en daarom altijd goed voor een groot startveld. Onder de ruim 50 deelnemers waren opvallend veel Jaguar E-types: niet minder dan zeven. Snelle gastrijders waren de Britten Allison en Evans/Faux met Marcossen en Tim Summers met een schitterende AC Cobra. Helaas liep de kwalificatie voor Summers slecht af: hij maakte als gevolg van een defect in de achteras een vijfvoudige koprol bij Blanchimont, waarna de auto in brand vloog. De onfortuinlijke Brit werd voor controle afgevoerd naar het ziekenhuis, de auto was zwaar beschadigd. Gelukkig kon Summers het ziekenhuis weer vlot verlaten. Nieuw op de baan waren de bijzondere Apal-Porsche van Onno Vlaanderen en de Lotus Elite van Bert du Toy van Hees. Beide heren deden het in de kwalificatie rustig aan. De pole was voor Georg Stummeyer in de Ford GT40 die 2:49,1 op de klokken zette. Michiel Campagne moest daar 3,5 seconden op toegeven, maar zette toch de tweede tijd in de Corvette Grand Sport. De snelste Jaguar was die van de Duitse graaf von Oeynhausen op plaats 3, gevolgd door Alexander van der Lof in de Bizzarini en de E-types van Vorköper en Van den Oetelaar. Rob Rappange (Mini Cooper), Alex Korle (Lotus Elan) en Sjoerd Peereboom (MGB) kregen technische problemen en wisten geen tijd op de klokken te zetten.

Race 1: pech voor Stummeyer
Om tien uur ’s ochtends stelde het veld zich op voor de rollende start van de eerste race. De Morgan van Kentgens en de Mini van Rappange hielden er vrijwel meteen mee op, terwijl Frank Romo stopte om een raar geluid te onderzoeken. Alles leek in orde, maar toen wilde zijn Mini niet meer aanslaan. Einde race voor hem. De E-types van Georg Nolte en Nick Davidson Kelly plus de MGB van John Sandilands startten noodgedwongen vanuit de pits, omdat zij de voorgaande race ook al gereden hadden. Het hele veld zette zich in beweging achter de safetycar, met achteraan een oude bekende die we al lang niet meer op de baan hadden gezien: Mike van Thiel in zijn blauwe Mini Cooper.
Nadat de safetycar het veld had losgelaten nam Stummeyer de leiding, terwijl Oeynhausen als tweede uit de hairpin kwam. Campagne gebruikte de pk’s van de Grand Sport om voor Eau Rouge de tweede plaats terug te pakken. De rest van het veld stroomde in slagorde tegen de Raidillon op, behalve Frans van Maarschalkerwaart die zijn BMW 1800 in een resolute actie rechts naast en voorbij de Ford Falcon van Wolfgang Schachinger stuurde.
Campagne was vastbesloten om de aansluiting met Stummeyer te behouden en begon rondetijden van 2:52 neer te zetten. Hij kon daarmee goed bijblijven, maar ook de Duitse graaf bleek 2:52-ers te kunnen rijden waardoor de top-3 bij elkaar in de buurt bleef. Daarachter volgde de gele Bizzarini met Van der Lof die als enige het tempo van de koplopers nog enigszins kon volgen. Rob Bergmans moest al snel afhaken met een probleem in de aandrijflijn van zijn Iso Rivolta en Peereboom’s technische malheur bleef voortduren: hij moest weer de pits in.
Er werd in diverse groepjes gestreden, zo zagen we Schachinger die op de bochtige stukken werd opgejaagd door Bob Stevens (Triumph TR4) en Tim Watson (Mini Cooper), maar op de rechte stukken weer wegliep. Ook Jasper Izaks met de Fiat Abarth haakte hierbij aan. Michel Oprey (Shelby Mustang), Mark Dols (MGB) en Frans van Maarschalkerwaart kwamen drie dik uit La Source voor een potje armdrukken wie het eerst de heuvel op zou gaan. Zelfs om de laatste plaats werd geknokt door Van Thiel en Du Toy van Hees.
Ronde vier en Campagne en Oeynhausen zaten bij het uitkomen van de haarspeld heel dicht achter Stummeyer. Qua pk’s leek de Corvette licht de overhand te hebben, hij liep steeds iets naar de GT40 toe. Ronde na ronde blokkeerde onderaan de Eau Rouge even het linker voorwiel en terwijl de Ford als op rails naar boven leek te gaan zag het er bij de Chevrolet wat zenuwachtig uit. Graaf von Oeynhausen zat ondertussen op het vinkentouw, wachtend op een foutje van één van de koplopers. Op enige afstand volgden Van de Lof en Van den Oetelaar, terwijl Armand Adriaans (Shelby Mustang) en Roland Zoomers (Jaguar E-type) in gevecht waren om de zesde plaats. De dikke toerwagens werden aangevoerd door Jaap van de Ende (Ford Falcon), die Norbert Gross (Ford Falcon) in zijn spiegel langzaam groter zag worden. Verderop in het veld waren Jos Stevens (Lotus Elan), Jac Meeuwissen (Austin Healey) en Leo Landman (Lotus Cortina) snel onderweg. Het Porsche 911 treintje werd weer aangevoerd door Shirley van der Lof, voor Theo van Gammeren en Chris Mulder, maar de Marcossen van Faux en Allison waren te snel voor de Porsches. Oprey werd ondertussen opjegaagd door Alexander Schlüchter (Lotus Cortina), Dick van Amsterdan (Cobra Daytona) en Frans van Maarschalkerwaart.
In de vijfde ronde zag Michiel Campagne een kans en pakte de leiding, maar de ronde erna lag Stummeyer weer vooraan en was Campagne nog slechts derde. De wedstrijdleiding toonde even later een waarschuwingsvlag aan Stummeyer, maar dat gebaar was niet nodig omdat de GT40 direct daarna werd geveld door een motorprobleem. Zo kreeg Campagne de leiding weer in handen. De race naderde nu de eindfase en er werd her en der nog flink gestreden. MGB piloten Egbert Kolvoort en Jon Sandilands kruisten de degens met Michel Lombard (Alpine A110) en Klaas Span in de Mini, Jasper Izaks en Bob Stevens waren het ook nog niet eens over de juiste finishvolgorde en het trio Meeuwissen, Van de Ende en Gross bood moedig weerstand tegen Bas Jansen (Austin Healey) en John Faux (Marcos), terwijl Jos Stevens de Mustang van Dirk Waaijenberg wist te passeren en tevergeefs op de Falcon van Frits Campagne joeg. Bert du Toy van Hees maakte een pitstop maar werd toen hij terug het circuit op wilde gaan aan het einde van de pitstraat tegengehouden door een overijverige marshal.
In de laatste ronde vielen er nog veel slachtoffers. Bij Gerrit Jan van Leenen brak de cardanas, ook al in de snelle Blanchimont bocht, terwijl Jaap van de Ende nog net voor de bandenstapels tot stilstand kwam met een afgebroken voorwiel. Onno Vlaanderen viel intussen stil door benzinegebrek.
De winst was voor Michiel Campagne, die op de hielen werd gezeten door graaf Oeynhausen terwijl Alexander van der Lof op twintig seconden volgde. Daarna kam er een hele tijd niets, want Antony van den Oetelaar’s versnellingsbak was vast komen te zitten in vier. Zijn voorsprong was echter groot genoeg om de vierde plaats vast te houden. Charles Allison reed een onopvallende maar zeer snelle race en bracht zijn Marcos 1800 als vijfde over de streep, de eerste viercilinder en winnaar in GTS11. De grote toerwagenklasse werd gewonnen door Gross, voor Frits Campagne en Waaijenberg. Leo Landman was de overtuigende winnaar in CT08, een halve minuut voor de Duitse concurrentie. Bij de Mini’s ging Ebdon er met de winst vandoor, voor Span en van Thiel.

Race 2: Von Oeynhausen onverwachte winnaar

Zonder Stummeyer was Michiel Campagne de gedoodverfde favoriet voor de winst in de race op zondag. De gretige graaf von Oeynhausen had echter andere plannen. Hij nam direct na de start de leiding en wist een kleine voorsprong op te bouwen.
Voordat het zover was hadden we al twee opwarmronden achter de rug, omdat Timo Span niet wegkwam van de dummy grid. Zijn remmen zaten muurvast, dus even wegduwen was er niet bij, de afsleepwagen moest eraan te pas komen. De enige die blij werd van de extra opwarmronde was Michel Oprey in zijn Shelby Mustang, die bij de eerste gelegenheid niet was weggekomen en nu zijn startplek stilletjes weer innam.
Er was door diverse mensen flink gesleuteld om weer mee te kunnen doen, en zodoende startten er enkele snelle rakkers achteraan. Rob Bergmans was hiervan het beste voorbeeld, hij maakte in de eerste ronde meteen twintig plaatsen goed. Aan het eind van die eerste ronde had Von Oeynhausen enkele tientallen meters voorsprong op de witte Corvette. Van der Lof was dicht in de buurt, maar Van de Oetelaar zat al op 8 seconden, voor Adriaans, Steve Perry in de Ford Falcon en Roland Zoomers in de E-type. Daarachter zaten Frits Campagne en Richard Evans die zijn Marcos met blokkerende wielen de chicane in gooide. Er werd hier en daar zwaar gevochten om positie en dat liep niet overal goed af. In een poging om bij te blijven bij Leo Landman remde Thomas Fritz te laat en parkeerde de neus van zijn Lotus Cortina in de deur van Chris Mulder’s Porsche 911, waarna Mulder de race met een vrolijk zwaaiend portier moest vervolgen.

Frits Campagne probeerde aan te pikken bij Perry, maar het lukte net niet, het gaatje werd langzaam groter.
Jos Stevens zat in een sandwich tussen de Healeys van Jac Meeuwissen en Nykle Meijer, terwijl Rob Rappange eindelijk kon trappen in zijn gerepareerde Mini en samen met Ron Verzijlbergen (Fiat Abarth) achter de oranje Mini van Tim Watson aanzat.
Dirk Janssen had het stuur van de gele Corvette overgenomen van Max Boodie en werd achtervolgd door Dirk Waaijenberg, Richard Evans en Harmen van Putten (Shelby Mustang). Mark Dols was de snelste MGB-rijder op de baan en reed naar John Sandilands toe, maar hij moet na een spin de pits opzoeken, hetgeen hem een ronde kostte. De achterhoede werd gevormd door een strijdend groepje bestaande uit Bert du Toy van Hees, Gerrit Jan van Leenen, Frank Romo en Mike van Thiel, terwijl Onno Vlaanderen’s Apal-Porsche weer begon te sputteren en hij dus de pits moest opzoeken.

Aan het einde van de vierde ronde bereikte Bergmans de top 10 door Janssen en de Georg Nolte (E-type) te passeren. Daarachter kwam Jurriaan van Amsterdam, die ineens de snelheid gevonden leek te hebben, opzetten in de Cobra Daytona Coupé. Ook de lichtblauwe Ford Falcon van Niek van Gils begon op te rukken. Minder goed verging het Angleitner in de Falcon van Schachinger, die na een gemene slinger in de snelle dubbele linkse hard in de banden terechtkwam en een koprol maakte. Ook Zoomers moest opgeven, evenals Mini-piloten Romo en Van Thiel. Voor Timo Span begon de race nu pas, nadat hij netjes bij zijn pit was afgeleverd waren de remmen weer gangbaar gemaakt.

Michiel Campagne lag inmiddels onder vuur van Van der Lof, die in ronde vijf de tweede plaats van hem overnam. Campagne vocht echter terug, en twee ronden later reed de witte Corvette weer voor de gele Bizzarini. Richard Evans had vanaf de start de leiding in de GTS11 klasse in handen, maar hij reed een incidentvolle race. Na een touché met Span verloor hij een aantal plaatsen en was het Shirley van der Lof, die in een groepje met Meeuwissen, Meijer, Stevens en Landman reed, die met haar Porsche 911 de eerste plek in de klasse overnam. Even verderop streed een treintje bestaande uit Bob Stevens, Michel Lombard, Rob Rappange, Tim Watson en John Sandilands, terwijl daarachter Thomas Augustin (Ford Mustang) werd opgejaagd door de MGB’s van Egbert Kolvoort en Sjoerd Peereboom plus het Abarthje van Verzijlbergen.

De race naderde nu zijn eindfase met Von Oeynhausen in een veilige leidende positie op zo’n 20 seconden voor Campagne. Van der Lof zat daar een halve seconde achter, maar hij wist inmiddels waar hij het voordeel kon pakken en sloeg in de laatste ronde toe. De vierde plek was voor Van den Oetelaar, die op drie seconden werd gevolgd door Rainer Vorköper in de low-drag E-type. Daarna volgde Adriaans, terwijl Perry de grote toerwagenklasse won voor Frits Campagne. Van Amsterdam wist in de eindfase de zowel Nolte als Bergmans te pakken en werd negende. Leo Landman was wederom niet te kloppen in CT08 en Rob Rappange won bij de Mini’s. De eerste plek in GTS11 was voor Shirley van der Lof, voor Richard Evans en Theo van Gammeren (Porsche 911).